Rijnsdorp, Cornelis
Nederlands schrijver en criticus (Delfshaven
19.9.1894-Rotterdam 12.2.1982). Opgegroeid in een eenvoudig gereformeerd
milieu. Als autodidact behoorde hij tot de generatie kuyperiaanse `kleine
luyden', die in de eerste decennia van de 20ste eeuw cultureel bewust werden.
Zijn eerste roman, Koningskinderen (1930), geeft daar een overtuigend
beeld van. Weldra wordt hij een centrale figuur in de groep rond het
christelijk-letterkundig tijdschrift Opwaartsche Wegen en na wo ii in
Ontmoeting, waarvan hij redacteur was. Vrijwel gelijktijdig krijgt hij
van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde de prijs der kritiek en
verleent de Vrije Universiteit te Amsterdam hem op zijn 70ste jaar een
eredoctoraat.
In De moderne roman in opspraak (1966) toetst hij
de naoorlogse literatuur aan zijn calvinistische beginselen. Zijn poëzie
verzamelde hij in 1974 in Literair dagboek (1940-1950).