Noordnederlands dichter (Utrecht 16.10.1765-Leiden
1.12.1807). Behoorde als student tot de kring van Bellamy, lid van `Dulces ante
omnia Musae' (1780). Schreef een der eerste Nederlandse romances, `Ewald en
Elize', in Proeven voor het verstand, den smaak en het hart (1784),
volgens Huet een aan elkaar gelijmde `geschiedenis vol akeligheden'. Door de
ramp met het kruitschip te Leiden ging vrijwel al zijn overig literair werk
verloren.
Literatuur:
W. Bilderdijk, Dichtwerken, dl. xi (1858); Cd. Busken Huet,
Litt. fant. en krit., dl. 6 en 24 (z.j.); A. Zijderveld, De
romancepoëzie in Noord-Nederland (1915); A.J. Nijland, Leven en
werken van J. Bellamy (1917).