De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Pijpers, Pieter

Noordnederlands dichter en toneelschrijver (Amersfoort 14.12.1749-ald. 20.6.1805). Als rooms-katholiek patriot naar België uitgeweken. Kreeg na 1795 allerlei hoge ambten (o.m. lid van gewestelijk bestuur van Utrecht en controleur-generaal der convooien).

Op zijn buiten Puntenburgh bij Amersfoort wijdde hij zich aan de letteren. Schreef treurspelen (bijv. Het mislukt verraad op Amersfoort, 1776) en vertaalde er nog meer uit het Frans, o.m. van Baculard d'Arnaud. Was de auteur van een hofdicht, een der laatste in het genre, Eemlands tem-

[p. 462]

pe (2 dln., 1803) dat door de kritiek werd afgewezen.

Werken:

Vaderlandse gedichten (1784-1787); Stephanus (1790); Neptha (1794); Spartacus (1805).

Literatuur:

J.A. Alberdingk Thijm, in Volksalmanak voor Nederlandsche katholieken (1862); Idem, in Dietsche Warande & Belfort, vi (1864),met bibl.; D. Inklaar, Fr.-Th. de Baculard d'Arnaud (1925); G.J. Steenbergen, `Het apostelspel', in Versl. en Meded. Kon. Vl. Acad. (1952); P.A.F. van Veen, De soeticheydt des buytenlevens (1960).

[W. Gobbers]