Putman, Willem
Vlaams (toneel)schrijver (Waregem 7.6.1900-Brugge
3.9.1954). Zoon van Palmer Putman, die als toneelschrijver en promotor van het
amateurtoneel bekendheid verwierf. Was achtereenvolgens ambtenaar bij het
ministerie van justitie (1922-1926) en inspecteur der openbare bibliotheken
(1926-1944). Na wo ii leefde hij van zijn pen.
Hij debuteerde voor zijn 20ste jaar onder ps. W. Hegeling
met versch. eenakters, die getuigen van een sterk assimilatievermogen. Zijn
eerste grote succes behaalde hij met Het oordeel van Olga (1920). Daarop
volgden talrijke drama's, blijspelen en zelfs een libretto (Miranda,
1930). Ze bevatten een vlotte dialoog en knappe karaktertekening. Door hun
inhoud verraden zij invloeden van het naturalisme en de neoromantiek. Putman
werd in 1923 toneelcorrespondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant en
leverde bijdragen aan talrijke bladen en tijdschriften. Een keus uit die
artikelen verscheen in Toneelgroei (1927), Het Tooneel na Ibsen
(1936) en Tooneeldagboek 1928-1938 (1938).
Na 1933 publiceerde Putman de psychoanalytische roman
Vader en ik. Na wo ii schreef hij onder ps. Jean du Parc versch. de
aandacht trekkende romans, romantisch van inspiratie, maar in een realistisch
beschreven omgeving. Meestal draaien deze verhalen, waarvan de meeste voor
toneel werden bewerkt, om een door hartstocht beheerste vrouwenfiguur, die
evenwel door het ingrijpen van bovenaardse krachten voor een totale ondergang
wordt behoed.