De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Proost, Mien

Ps. van Hans M. Klomp, Nederlands dichter (Amsterdam 21.2.1902). Doorliep het St. Ignatiuscollege te Nijmegen, was enige tijd werkzaam in het onderwijs en als bibliothecaris. Deed daarna uitsluitend journalistiek werk. Schreef poëzie voor de tijdschriften Roeping en De Gemeenschap. Debuteerde in 1929 met de bundel Het middelbaar onderwijs en andere gedichten, gepresenteerd als poëzie van een 17-jarig meisje onder de naam Mien Proost. De bundel opent met een brief aan Albert Kuyle met het verzoek om publikatie. Hoewel deze mystificatie snel werd doorzien,

[p. 461]

publiceerde Klomp ook zijn tweede bundel nog onder de naam Mien Proost. Deze bundel, Tot slot (1935), bleek inderdaad zijn laatste.

In 1940 kwam Klomp bij de nsb terecht en schreef hij voor Volk en Vaderland. Weliswaar werd hij in 1947 vrijgesproken van collaboratie met de Duitsers, maar tot nieuwe publikaties kwam hij niet meer. In 1965 werd zijn debuutbundel opnieuw uitgegeven.

De poëzie van Proost is sterk ironisch, soms zelfs sarcastisch, hetgeen hem van de kant van Forum-auteurs lovende recensies bezorgde. Zijn poëzie doet soms denken aan de gedichten van Jan Greshoff.

Literatuur:

A. Swarth, in Vrij Nederland (14.8.1965); W.J. Simons, in Hakken en spaanders (1970).

[G.J.van Bork]