Potter, Dirc
Middelnederlands dichter en prozaschrijver (ca
1370-30.4.1428). Was als klerk en later als baljuw en buitengewoon gezant
verbonden aan het Hof van Holland, waar hij achtereenvolgens Albrecht, Jacoba
en Jan van Beieren, Jan iv van Brabant en Filips de Goede diende. In 1411
maakte hij een diplomatieke reis die hem via Duitsland naar Rome voerde. In
1415 werd hij in de adelstand verheven en heette sindsdien Dirc Potter van der
Loo (nl. van Ter Loo bij Voorburg).
Zijn belangrijkste werk, geschreven tijdens zijn reis
naar Rome, is Der minnen loep, een ars amandi, gelardeerd met
exemplarisch op te vatten liefdesgeschiedenissen ontleend aan de bijbel en de
klassiek literatuur. In vier boeken wordt uiteengezet wat verkeerde (`gecke' en
`ongheoerloofde') en wat juiste (`goede' en `gheoerlofde') minne is,
culminerend in de hoogste vorm: de huwelijksliefde. Hoewel stoelend op
traditionele, klassieke, in de me geadapteerde en becommentarieerde ideeën
over de liefde (met name Ovidius), is de conceptie en uitwerking van Potter
uniek in de middeleeuwse literatuur te noemen. Van na 1415 dateren zijn
Blomme der doechden en Mellibeus, die door een acrostichon met
elkaar zijn verbonden. De Blomme der doechden is een uiteenzetting over
de deugden en ondeugden, vaak rechtstreeks vertaald uit het Italiaans (Fiore
di virtù). De Mellibeus of Van Mellibeo ende van sinre
vrouwen Prudencia is letterlijk vertaald uit het Frans (Le livre de
Mellibee et Prudence) dat weer teruggaat op het Liber consolationis
van Albertus de Brescia. Het zijn zedenlessen in dialoogvorm (zie ook
Mellibeus).