De Nederlandse en Vlaamse auteurs
(1985)–G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 455]
| |
tuurkunde te Amsterdam (promotie 1895) en was van 1894 tot 1933 leraar te Groningen. Na zijn pensionering was hij tot zijn dood in de Friese hoofdstad woonachtig. Was een zeer produktief dichter, wiens oeuvre behoort tot het belangrijkste en authentiekste dat de Friese literatuur heeft voortgebracht. Zijn poëzie kent, zij het in verrassende variaties, slechts één thema: dichters verbondenheid met de kosmos die hij in eigen bestaan als component ook in het `Fryske lân en libben' weerspiegeld weet. Een nieuwe, uitgebreide, door T.J. Steenmeijer-Wielinga bezorgde volledige uitgave van zijn gedichten (ook van zijn vertalingen van o.a. Boutens, Rilke en Emily Dickinson) verscheen in 1978. Daarmee is kennelijk de stoot gegeven tot hernieuwde bestudering en waardering van een ogenschijnlijk gemakkelijk toegankelijk, maar in feite sterk `gelaagd' dichterschap. Behalve als dichter heeft Postma ook als historicus naam gemaakt, waarbij de Friese landbouwhistorie als zijn specialiteit kan gelden. In 1947 werd hem als eerste de Gysbert Japicxprijs voor poëzie toegekend. | |
Werken:Fryske Lân en Fryske libben (= Fries land en Fries leven; 1918), p.; De ljochte ierde (= De lichte aarde; 1929), p.; Dagen (1937), p.; It sil bistean (= Het zal bestaan; 1947), p.; Fan wjerklank en bisinnen (= Van weerklank en bezinnen; 1957), p.; Eigen kar (= Eigen keuze; 1963), bloeml. | |
Uitgaven:Samle fersen, 2 dln. (= Verzamelde verzen; 1949); Idem (1978), met inl. van D.A. Tamminga. | |
Literatuur:De Tsjerne (1953), speciaal P.-nummer; F. Sierksma, Bern fan 'e ierde (1953); It Beaken (1958); K. Dykstra, Lyts hânboek fan de Fryske literatuer (1977); Oer O.P. Stûdzjes fan J.H. Brouwer, Anne Wadman en Fokke Sierksma (1979); G. van der Meer, `Ta skiente brocht wat net as libben wie', in Trotwaer, 4 (1979); A. Feitsma, `O.P., in tachtiger yn Fryslân', in Idem, 1 (1981); G. van der Meer, `Fan wrâld-siele diel', in Us Wurk, 31 (1982); Ph.H. Breuker, `Oer Wittenskip en poëzy by O.P.', in De Vrije Fries, 63 (1983).
[F. Dam] |
|