Literatuur:
W. Kloos, `H.Czn.P. (1689-1733)', in Een daad van eenvoudige
rechtvaardigheid (1909); P. van Valkenhoff, `H.K.P.', in Nieuwe
Taalg., 32 (1938); J.J. Gielen, `Vondel en P.', in Tijdschr. v. Nederl.
Taal en Letterk., 26 (1938); A. van Duinkerken, `P. en de Paus', in De
Gemeenschap (1939); H.C. Koot, `Aantekeningen bij H.P.', in Den gulden
Winckel, 38 (1939); J.M. Kramer, `Pleidooi voor P.', in Roeping, 21
(1943); A. Zijderveld, `Cesare Ripa's Iconologia in ons land', in Keur uit
het werk van Dr. A. Zijderveld (1953); C.M. Geerars, H.K.P. (1954,
19792); A. van Duinkerken, Beeldenspel van Nederlandse
dichters (1957); W. Asselbergs, `De Zuster van de Zon', in Nieuwe
Taalg., 53 (1960); C.M. Geerars, `Een hermetische cyclus in de Minnedichten
van P.', in Idem, 57 (1964); H.J. Hollaar, `Bij het slot van P.s
"Minnedichten"', in Idem, 59 (1966), met nawoord van C.M. Geerars; A.
Blankert, `Daniël van Beke, schout, schilder en dichter', in
Oud-Holland, 82 (1967); M.A. Schenkeveld-Van der Dussen, Het
dichterschap van H.K.P. (1968); A.N. Paasman, `"Loopt, geitevoeten!" Over
de interpretatie van "De Maen by Endymion"', in Studia Neerlandica, 5
(1971); G.C. Zieleman, `H.K.P.: "Nacht"', in Tijdschr. v. Nederl. Taal- en
Letterk., 95 (1979).
[W. Gobbers, G. Stuiveling en E.C.J. Nieuweboer]