De Nederlandse en Vlaamse auteurs
(1985)–G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 441]
| |
Rijksuniversiteit te Utrecht orthodox gevormd, ging hij over naar de moderne richting, zonder evenwel de kerk te verlaten. Om gezondheidsredenen maakte hij in 1861 een reis naar Zwitserland en Noord-Italië; daaruit behield hij een duurzame belangstelling voor de Waldenzen. Ook had hij veel contact met het protestantisme in het groothertogdom Luxemburg. Aan zomerreizen naar de Ardennen, in 1878 en 1879, nam ook zijn zoon Jacques deel. Zijn reisindrukken verwerkte hij tot artikelen, die gebundeld werden als Schetsen uit Luxemburg (1880) en In de Belgische Ardennen (1882), twee boekjes die enkele malen werden herdrukt en de spotlust van Cornelis Paradijs opwekten. Hoewel geen belangrijk theoloog noch een groot redenaar, was hij als respectabele en representatieve middenfiguur later enkele jaren president van de Synode. | |
Werken:De kerk en het tooneel (1876); Wandelingen door de provincie Antwerpen (1885); De toneelarbeid eener non uit de tiende eeuw (1886); In Luxemburgs en Belgiës Ardennen (1887); De troubadours (1887); Luxemburgiana (1892); Schetsen en beelden (1900); Herinneringen aan personen en feiten (1913).
[G. Stuiveling en D. Welsink] |
|