Orlers, Jan Jansz.
Noordnederlands dichter en prozaschrijver (Leiden
5.1.1570-ald. 10.8.1646). Neef en pupil van Jan van Hout, van wie dertig aan
hem gerichte brieven bewaard zijn. Hij was in de leer bij de Amsterdamse
boekverkoper Cornelis Claesz. (1591-1596) en oefende in Leiden dat beroep uit
van 1596 tot 1618. Daarna (1618-1641) nam hij deel aan de stadsregering als
schepen en burgemeester.
Behalve verspreide gedichten schreef Orlers een prozawerk
over de overwinningen van prins Maurits: Nassauschen laurencrans (1610;
Franse vert. 1612), in 1619 herdrukt onder de titel Waerachtige beschryvinge
en afbeeldinghe van alle de overwinninghen en in 1651 onder de titel
Wilhelm en Maurits van Nassau, princen van Orangien, haar leven en
bedrijf. Zijn hoofdwerk is de Beschrijvinge der stad Leyden (1614;
2de vermeerderde druk 1641), compilatie van o.a. de nagelaten papieren van zijn
oom, voorzien van fraaie illustraties.