Nieuwelandt, Guilliam van
Zuidnederlands dichter en toneelschrijver (Antwerpen
1584-Amsterdam 1635).
Kwam wsch. in 1585 naar Amsterdam, waar hij
schildersleerling werd bij Jacob Savery; te Rome in de leer bij Paulus Bril
(1601-1603). Na een kort verblijf te Amsterdam weer naar Antwerpen, waar hij in
1615 ouderman werd van de kamer `De Olyftak'; omstreeks 1620 verliet hij deze
kamer en werd wsch. lid van `De Violieren'; in 1629 naar Amsterdam. Als
schilder en etser epigoon van de Italiaanse school.
Nieuwelandt is de voornaamste vertegenwoordiger van de
senecaans-klassieke tragedie in de Zuidelijke Nederlanden; zijn werk doorstaat
evenwel de vergelijking met de beste vertegenwoordigers daarvan in
Noord-Nederland niet. Het wordt gekenmerkt door gruwelen en moorden, door
offertonelen, geestverschijningen, allegorieën, voorspellende dromen en
vertoningen. Zijn vnl. in alexandrijnen geschreven tragedies (o.a.
Livia, 1617; Aegyptica ofte Aegyptische tragoedie van M. Anthonius en
Cleopatra, 1624; Sophonisba Aphricana, 1626, 16352 en
16393) hebben vijf bedrijven, maar missen de drie eenheden. De stijl
is retorisch, breedsprakig en soms pathetisch. Behalve Seneca hebben Robert
Garnier (o.a. met Les Juives) en P.C. Hooft (o.a. met Geeraerdt van
Velsen) sterke invloed op hem uitgeoefend.
In zijn taalgebruik is Nieuwelandt puristisch. Hij wist
ook zijn niet-geprononceerd katholiek christendom te verenigen met een
uitgesproken stoïcijnse levensleer. Dezelfde geest ademt een uitvoerig
leerdicht in alexandrijnen: Poëma vanden mensch (1621), dat een
bewerking is van Jeronimus van der Voorts Het leven en sterven ben ick
genaemt (1597).
Bij zijn tijdgenoten vond zijn werk, dat tussen de
rederijkerskunst en het classicisme in staat, veel waardering. In 1620 verwierf
hij op het blazoenfeest van de Mechelse kamer `De Peoene' de eerste prijs met
zijn referein Den lof der deucht (opgenomen in De schadt-kiste der
philosophen ende poeten, 1621). Vanaf het midden der 17de eeuw werd hij
vergeten en in de 19de eeuw weer ontdekt. Sophonisba wordt zijn beste
werk geacht.