Muls, Jozef
Vlaams essayist en criticus (Antwerpen
12.7.1882-Kapellenbos 22.4.1961). Advocaat. Werd in 1925 docent algemene
kunstgeschiedenis aan de Koninklijke Academie van Schone Kunsten te Mechelen en
in 1926 conservator van het Museum van Schone Kunsten te Antwerpen. Van 1939
tot 1952 doceerde hij kunstgeschiedenis aan de Leuvense universiteit. Hij
debuteerde in 1900 met gedichten. In 1905 richtte hij Vlaamsche Arbeid
op, een algemeen cultureel en literair tijdschrift dat de persoonlijkheid van
de hoofdredacteur weerspiegelde: rooms-katholiek en eclectisch. Het bood in
zijn laatste jaren (het verscheen tot in 1930) aan Van Ostaijen een
publikatiemogelijkheid voor zijn poëziekronieken.
Muls heeft veel gereisd. Over steden en landschappen
schreef hij in Steden (1913), De Gruweljaren. Steden en
landschappen (1916) en Het levende Oud-Antwerpen (1919).
Melancholia (1919) bevat herinneringen aan overleden kunstenaars. Later
ging zijn belangstelling meer naar de schilderkunst, zowel naar de modernen als
naar de ouderen.