Mulder, Lodewijk
Nederlands prozaschrijver ('s-Gravenhage 9.4.1822-ald.
15.5.1907). Aanvankelijk officier en instructeur Nederlands aan de Militaire
Academie te Breda, later inspecteur van het lager onderwijs te Utrecht, en
vanaf 1872 letterkundige.
Behalve als krijgshistoricus, bijv. door de uitgave van
Journael van Anthonie Duyck, advocaat-fiscaal bij den Raad van State
1591-1602 (3 dln., 1862-1866) en schrijver van een geschiedkundige roman,
Jan Faessen, historische roman uit het begin der 17de eeuw (2 dln.,
1857), en novellen, won hij de sympathie van zijn tijdgenoten door zijn
humoristisch proza. In samenwerking met de Oude Heer Smits (ps. van Mark Prager
Lindo) schreef hij Afdrukken van indrukken. Door den Ouden Heer Smits en
zijn vriend Mulder (1854). Doel was het goedmoedig hekelen van de feilen
van medeburgers.
Zijn grootste en meest blijvende succes behaalde Mulder
met het blijspel De Kiesvereeniging van Stellendijk (voor het eerst
opgevoerd in 1877 te Rotterdam, eerste druk 1880), een stuk dat als
humoristisch-realistische schildering van een tijdvak der Nederlandse
cultuurgeschiedenis (de aanleg van spoorwegen en de eerste toepassing van de
parlementaire democratie) en tevens als bespotting van enkele menselijke
ondeugden, met name bij mensen uit de provincie, nog steeds waarde heeft.