Meijsing, Doeschka
Eig. Maria Johanna, Nederlandse prozaschrijfster
(Eindhoven 21.10.1947). Studeerde literatuurwetenschap aan de Universiteit van
Amsterdam, is literair redacteur van Vrij Nederland.
Al in haar algemeen geestdriftig ingehaalde debuut De
hanen en andere verhalen (1974), een bundel novellen van een even spontane
als geraffineerde schriftuur, manifesteert zich het thema dat zal uitgroeien
tot een van haar belangrijkste preoccupaties: de onontkoombare dominantie van
het verleden. De korte puberteitsroman Robinson (1976) geeft uitdrukking
aan het bewustwordingsproces van een gymnasiaste die de verkenning van de eigen
identiteit als een toenemend isolement ervaart. Het dominante verleden en de
speurtocht naar de wezenlijke aard van het zelf zijn in de volgende twee romans
op elkaar betrokken. De confrontatie met een voor de ik-figuur emotioneel
ontoegankelijk verleden vormt het hoofdbestanddeel van De kat achterna
(1977). In Tijger, tijger! (1980, Multatuliprijs 1981) is het onderzoek
naar de door een doem van dood en verval beheerste geschiedenis van een
geslacht van glasfabrikanten aanzet tot een diepgaande zelfreflectie van de
hoofdpersoon.
Kenmerkend voor Meijsings werk is een heldere stijl als
tegenwicht voor een gecompliceerde betekenisstructuur, die geen eenduidige
interpretatie toelaat. Wel lijkt het zeker dat het schrijven hier zowel door
zijn ordenende als vereeuwigende eigenschappen het instrument bij uitstek is
van de verbeelding, als wapen tegen chaos en dood.