De Nederlandse en Vlaamse auteurs
(1985)–G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermdMeinkema, HannesEig. Johanna Maria Jelles Postma-Nelemans, ps. Hannemieke Stamperius, Nederlandse prozaschrijfster (Tiel 12.9.1943)Ga naar voetnoot+. Studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en algemene literatuurwetenschap te Utrecht. Promoveerde op Marsmans `Verzen', toetsing van een ergocentrisch interpretatiemodel (1977). Is mederedactrice van het tijdschrift Chrysallis, een periodiek met beschouwingen over literatuur en kunst vanuit een feministisch standpunt. Meinkema maakte haar debuut met de roman De maaneter (1974), waarin relatieproblemen centraal staan. in haar tweede boek, de verhalenbundel Het wil nog maar niet zomeren (1975), kondigde zich reeds de tendens aan die haar verdere werk zal beheersen. Vrijwel alle verhalen behandelen de problemen van vrouwen in de versch. fasen van hun bestaan. Evenals in De maaneter staan relatieproblemen centraal. Lag in deze verhalenbundel het psychisch perspectief steeds bij een van de hoofdpersonen, in haar bekendste werk, de roman En dan is er koffie (1976), maakt Meinkema gebruik van romantechnische trucs die zij in haar wetenschappelijke hoedanigheid bij anderen had bestudeerd. Het compositorisch procédé dat ze hanteert in dit boek is dan van het meervoudig perspectief, d.w.z. dat het verhaal verteld wordt door telkens wisselende personages. Haar latere prozawerk laat weinig nieuwe ontwikkelingen zien. Vrouwen blijven de (vaak) trieste hoofdpersonen, voor wie het leven wordt bemoeilijkt door de door mannen beheerste maatschappij. In 1980 verscheen voor het eerst poëzie van haar hand in Het persoonlijke is poëzie. | |
Werken:Het perspectief in Menuet (1974), studie; De groene weduwe en andere verhalen (1977); Het binnenste ei (1978), r.; Vrouwen en literatuur (1979), essay; De naam van mijn moeder (1980), verh.; De driehoekige reis (1981), r.; Op eigen tenen (1982). | |
Uitgave:Verhalen (1983). | |
Literatuur:D. Meijsing, `Een geval van evenwicht', in De Revisor, 4, 6 (1977); H. Bousset, in Woord en schroom (1977); M. van Paemel, in Lezerskrant, 5,3 (1978); W.A.M. de Moor, in Wilt u mij maar volgen? (1980); C. van der Heijden, `In gesprek met H.M.', in Bzzlletin, 11 (1982).
[H. Bekkering] |
|