Maerlant, Jacob van
Middelnederlands dichter (13de eeuw). De schaarse
gegevens over zijn leven gaven aanleiding tot diverse hypothesen. Volgens de
opvatting van J. Noterdaeme werd Van Maerlant ca 1220-1225 te Houthave-Maerlant
in het Brugse Vrije geboren, mogelijk als zoon van Weitkinus de Coster; trad
als klerk in dienst van de ridders van Roden te Snellegem, waar hij zijn
eerste, vnl. epische, werken schreef. Na 1257 verdwenen de heren van Roden uit
Snellegem en verbleef hij vermoedelijk enige tijd te Maerlant, zijn
geboorteplaats. Tussen 1266 en 1270 vestigde hij zich te Damme, waar hij zijn
grote didactische werken en strofische gedichten schreef. Daar ook zou hij ca
1300 zijn overleden.
Maerlants omvangrijke werk vertegenwoordigt de geest van
de opkomende burgerij en heeft een sterk didactisch-moralistische inslag. Het
geeft steeds blijk van de hoogstaande levenshouding, vroomheid en
waarheidsliefde van de schrijver. Het omvat versch. genres. In de hoofse roman
Torec (3849 verzen), een bewerking van een Frans-Keltische roman,
overheersen avontuur, moedereer en hoofse minne. Alexanders geesten (ca
14 300 verzen), naar de `Alexandreis' van Gauthier de Châtillon, biedt
naast de wonderlijke avonturen van Alexander moraliserende beschouwingen over
de hebzucht van adel en clerus. Merlins boec (ca 10 400 verzen), naar
het Frans van Robert de Borron, bevat een onvoltooide Jozef van
Arimathea-Graallegende, het beroemde duivelsproces, en ten slotte de
geschiedenis van de tovenaar en profeet Merlijn. In dit werk treedt voor het
eerst Van Maerlants waarheidsliefde op de voorgrond, waar hij zijn bron van
leugen beschuldigt en verbetert. De Historie van Troyen (ca 40000
verzen), naar de Roman de Troie van Benoit de Ste-More, is een poging
tot wetenschappelijke geschiedschrijving, steunend op betrouwbare bronnen.
Van Maerlant schreef ook een aantal wetenschappelijke
werken op rijm. De Lapidarijs (over de kracht van bepaalde stenen) en de
Sompniariis (een droomverklaring) gingen verloren. Een hs. in Leiden zou
echter volgens W. Braekman fragmenten van deze Lapidarijs bevatten.
Heimelykheid der Heimelykheden (2158 verzen) is een fragmentarische
vertaling van het in de me zeer verspreide Secreta Secretorum (het
leerboek der regeerkunst in de me). Der naturen bloeme (16 650 verzen),
naar De natura rerum van Thomas van Cantimpré, biedt een
overzicht van de natuurkundige wetenschap van zijn tijd met moraliserende
toepassingen. Met dit werk kant de dichter zich tegen de hoofse
verbeeldingsliteratuur en het Frans, en stelt hij zijn kunst in dienst van een
nieuw esthetisch, vnl. didactisch ideaal: `nutscap ende waer'.
De Rijmbijbel (ca 34 900 verzen), naar de
Biblia Scholastica van Petrus Comestor, verhaalt het ot en nt met de
verwante apocrypha, en tot slot de Wrake van Jerusalem, naar Flavius
Josephus' Bellum Judaicum. Een Leven van Ste-Clara ging verloren.
Sinte Franciscus leven (ca 10 540 verzen) is geschreven naar de heilige
Bonaventura.