Literatuur:
W. Kramer, `Het proza van J.v.L.', in De Gids, ii (1926);
M.J. Busse, J.v.L. over zijn werk (1930); H. Robbers, in
Levensberichten Mij Ned. Letterk. (1931); T. van Looy-van Gelder, Tot
het lezen van J.v.L., 2 dln. (1937-1938); A.M. Hammacher, in Amsterdamse
impressionisten en hun kring (1941); M.A. Jacobs, J.v.L. en zijn
literair werk (1945); L.M. van Dis, J.v.L. als schrijver van De
wonderlijke avonturen van Zebedeus (1952); G.H. 's-Gravesande, `Brieven en
inedita van J.v.L.', in Roeping, 31 (1955); P. Minderaa, `Kanttekeningen
bij v.L.'s "Zebedeus"', in Jaarb. Mij der Nederl. Letterk. (1969-1970);
L.M. van Dis, `J.v.L. in het huis van zijn jeugd', in Jaarboek `Haerlem'
(1970); P.H. Dubois, `Memorandum 5: v.L.'s Zebedeus', in De verleiding van
Gogol (1976); P.J.A. Winkels, `Carnaval in Meerssen 1894; Tussen Meerssen
en Beek, 1894', in Veldeke, 56 (1981); Idem, `Maar het voorjaar zal hier
grandioos zijn', in Veldeke, 57 (1982); M. van der Wal, J.v.L.
1855-1930 (1982); Chr. Will en P.J.A. Winkels, J.v.L.: schilder, van
huis uit schrijver door toevallige omstandigheden (1982); P. Will,
`J.v.L.', in Uitgelezen, 7 (1983).
[W. Gobbers]