Lodeizen, Hans
Eig. Johannes August Frederik, Nederlands dichter
(Naarden 20.7.1924-Lausanne 26.7.1950). Studeerde korte tijd rechten te Leiden,
ging daarna over op de biologie en liep daarin college te Amherst,
Massachusetts, V.St., waar hij o.a. in aanraking kwam met de belangrijke
dichter James Merrill en andere jonge talenten. Mede door zijn slechte
gezondheid (hij leed aan leukemie) brak hij zijn studie af, keerde naar Europa
terug en bracht de laatste maanden van zijn leven door in een Zwitsers
sanatorium.
Zijn enige bij leven verschenen bundel, Het innerlijk
behang (1949), wordt gekenmerkt door een romantisch verlangen en de
ontoereikendheid ervan. Het besef van `deze wereld is niet de echte' doet wel
een greep naar werelden van de droom, maar bereikbaar blijken deze niet. Deze
melancholie heeft Lodeizen in een beperkt aantal motieven (tuin, haven, zee)
uitgewerkt in een vrije versvorm, qua beeldspraak verwant met de vroege
surrealistische poëzie van Paul Éluard.
De associaties waarmee hij leven en verlangen verbindt,
zijn voor de Nederlandse poëzie omstreeks 1950 verrassend nieuw, al gaat
het te ver om in hem een voorloper te zien van de Vijftigers (de experimentele
dichters als Lucebert). Daarvoor was zijn poëzie te veel een dagboek, een
in persoonlijke stijl geschreven verslag van een ontoereikend bestaan, dat ook
nu zijn zeggingskracht en ontroering volledig behouden blijkt te hebben. In
1951 werd hem postuum de Jan Campertprijs toegekend. Uit publikaties na zijn
dood blijken dezelde thema's en kwaliteiten, al komt duidelijker naar voren hoe
hij als homoseksueel de wereld om zich heen beleefde.