Middelnederlandse, oosterse roman uit de vervaltijd van
de ridderschap. Op boeiende wijze verhaalt de onbekende dichter (Hein van
Aken?) tussen 1291 en 1317, de avonturen van Heinric en Margriete, de kinderen
van de hertog van Limburg, beginnend met de verdwijning van Margriete en
eindigend met het weerzien van broeder en zuster en beider huwelijk te
Constantinopel. In het begin van de 16de eeuw is de roman tot volksboek
omgewerkt, dat blijkens de vele herdrukken tot de 19de eeuw populair is
gebleven.
Uitgaven:
L.Ph.C. van den Bergh, 2 dln. (1846-1847); A. Meesters (1951),
diss.; A. Verwey (1937), in modern Nederl.; T.J. Schellart (1952), uitg. van
het volksboek.
Literatuur:
E. Vijfwinkel, Bibliographie zu dem Lymburg-roman (1974),
met bibl. en tekstuitg.; J. Janssens, in Eigen schoon en de Brabander,
60 (1977); Idem, in Hand. Kon. Zuidnederl. Mij v. Taal- en Letterk., 31
(1978).