Werken:
De wonder-bril, 2 dln. (1811); Zonderlinge lotgevallen
van Barend van Poederen, 2 dln. (1813-1814); Constantijn van Falkemade,
of De ouderlijke woning (1814); Albertina van Wilgenhorst, of De rampen
der vooroordeelen (1815); Leonore van Atrecht, of De belooning der
standvastigheid en liefde (1815); Ferdinand van Waldonk, of Het gemis
van wereld- en menschenkennis, eene bron van veele teleurstellingen en
rampen (1816); De Egyptische tooverstaf, of Karakterschetsen en
tafereelen des menschelijken levens, 3 dln. (1822); Herman van Giessen
en zijne lotgenooten, of De gevolgen des oorlogs en der
staatsomwentelingen, 2 dln. (1824); Lodewijk van Londen, of De twee
bronnen, 2 dln. (1831-1832).