Kate, Jan Jacob Lodewijk ten
Nederlands dichter ('s-Gravenhage 23.12.1819-Amsterdam
26.12.1889). Reeds in 1836 verschenen zijn verzamelde Gedichten.
Studeerde theologie in Utrecht (1838-1843). Werkte in die tijd mee aan het
satirische rijmtijdschrift Braga, waarin o.a. het byronianisme werd
gehekeld, dat Ten Kate zelf, voor hij Bilderdijk ging navolgen, zeer
bewonderde. Werd predikant, laatstelijk te Amsterdam (1860), en was een beroemd
kanselredenaar.
Zijn bekendste gedicht is De schepping (1866),
waartoe hem Hugh Millers prozawerk The Mosaic Vision of Creation (1858)
inspireerde. Hierin wordt gepoogd het bijbelse verhaal en de moderne wetenschap
met elkaar in overeenstemming te brengen. Andere oorspr. gedichten van hem
zijn: De planeeten (1869), De jaargetijden (1871) en De Nieuwe
Kerk van Amsterdam (1885).
Vlotte beheersing van taal en rijmtechniek maakte Ten
Kate tot herdichter van zeer veel buitenlandse poëzie. Tasso's
Jeruzalem verlost, 2 dln. (1854), het boek Job (1865), La
Fontaine's Fabelen (1871), De psalmen (1874), Dante's Hel
(1877), Goethe's Faust, eerste gedeelte (1879), Miltons Paradijs
verloren (1875) en Victor Hugo's Lyrische poëzy (1881).
Ten Kate dichtte met al te groot gemak, waardoor zijn
dichtwerk ontzaglijk omvangrijk is geworden. Als predikant-dichter was hij een
geliefd mikpunt van Cornelis Paradijs (Frederik van Eeden) in diens
Grassprietjes (1885).