Literatuur:
F. Nippold, `D.J. von Delft', in Zeitschrift für die
historische Theologie (1863, 1864, 1868); A. van der Linde, D.J.; eene
bibliografie (1867); J. Lindeboom, Stiefkinderen van het christendom
(1929); G.C. Hoogewerf, De profeet (1929), r.; Idem (red.),
`Liedt-boecxken', in Liederen van Groot-Nederland (1930); W.J.
Kühler, Geschiedenis der Nederlandsche doopsgezinden in de 16e eeuw
(1932); R.H. Bainton, D.J., Wiedertäufer und Kämpfer für
Toleranz im 16. Jahrhundert (1937), met bibl.; G. Thöne, in Old
Masterdrawings, 13 (1938-1939); G.J. Hoogewerff, De Noord-Nederlandsche
schilderkunst, dl. 3 (1939); M.E. Kronenberg, Verboden boeken en
opstandige drukkers in de hervormingstijd (1948); P. Burckhardt, `D.J. und
seine Gemeinde in Basel', in Basler Zeitschrift für Gesch. und
Altertumskunde, 48 (1949); A.F. Mellink, De wederdopers in de
Noordelijke Nederlanden 1531-1544 (1953); E. Droz, `Sur quelques
traductions françaises d'écrits de D.J.', in Het Boek, 37
(1964-1966); H. de la Fontaine Verwey, `Het Huis der Liefde en zijn
publicaties', in Uit de wereld van het boek, dl. 1 (19762);
A.F. Mellink, Amsterdam en de wederdopers in de 16e eeuw (1978); C.W.A.
Willemse, `De briefwisseling tussen D.J. en Johannes à Lasco', in
Doopsgezinde Bijdragen, 4 (1978); J.A.L. Lancee, `D.J. van Delft, ca
1502-1556', in Spiegel Hist., 15 (1980).
[G. Kuiper en P.J. Verkruijsse]