Houwink, Roel
Eig. Roelof Martinus Frederik, Nederlands dichter,
prozaschrijver en essayist (Breda 17.1.1899). Studeerde rechten te Utrecht.
Werkte in 1925 samen met de dichter H. Marsman in de redactie van De Vrije
Bladen (vgl. Persoonlijke herinneringen aan Marsman, 1961). Streefde
aanvankelijk naar het expressionistisch ideaal, uitgaande van de innerlijke
belevingswereld van de kunstenaar. Debuteerde in 1918 met poëzie in het
tijdschrift Stroomingen. In 1920-1922 begon hij novellen te publiceren,
culminerend in de bundel Maria (1925). In dat jaar verschenen ook, onder
ps. H. van Elro, de bundels Madonna in tenebris en Hesperiden.
Zijn brede belangstelling voor de cultuur in al haar verschijningsvormen bracht
hem op het terrein van theologie en filosofie, van psychologie en pedagogie.
Karl Barth beïnvloedde zijn godsdienstig denken.
Zijn verdere publikaties hadden steeds meer betrekking op
het godsdienstig en maatschappelijk leven van die tijd. Vertaalde werken van
o.m. Kierkegaard, Thomas à Kempis, Goethe en Denis de Rougemont. Op
grond van zijn uitgebreide correspondentie met Achterberg publiceerde hij de
studie Het raadsel Achterberg (1973).
Vanaf 1931 maakte hij deel uit van de redactie van
Opwaartsche Wegen, het tijdschrift der jong-protestanten, een functie
die hij tot 1940 vervulde. Tijdens wo ii conformeerde hij zich aan de
ideeën van de Duitse bezetter; op grond hiervan werd hem een aantal jaren
een publikatieverbod opgelegd. Zijn belangstelling voor de oude Chinese en
boeddhistische cultuur resulteerde in 1976 in de vertaling van Lao Tse's Tao
Teh King.