Hoogvliet, Arnold
Noordnederlands dichter (Vlaardingen 3.7.1687-ald.
17.10.1763). Werkte als bankbediende. Leerde zichzelf Latijn en vertaalde de
Fasti van Ovidius (Ovidius Nazoos feestdagen, 1719).
Werd bekend door Abraham de aartsvader (1727), een
breedvoerige berijming van oudtestamentische stof, waarvan meer dan tien
herdrukken verschenen en dat lang gold als voorbeeld van het epische genre in
Frans-classicistische trant. Zijn Mengeldichten (1738, met een vervolg
1753) bevatten korte proeven van alle genres die in de 18de eeuw gebruikelijk
waren: herderszangen, geboorte- en bruiloftdichten, lijk- en grafdichten enz.
Met Zijdebalen (1740), gewijd aan de buitenplaats van een rijke
Utrechtse vriend, leverde Hoogvliet een late bijdrage tot het genre der
`hofdichten'.