Hofman, Jan Baptist Jozef Nicolaas
Zuidnederlands dichter en toneelschrijver (Kortrijk
2.3.1758-ald. 2.8.1835). Autodidact. Behoorde tot de beperkte groep rederijkers
die tijdens de Franse tijd het literaire leven in het Zuiden in stand hielden.
Zijn theaterstukken - op drie na, die geïnspireerd werden door de
gebeurtenissen rondom de Brabantse omwenteling (1790) - dateren uit die periode
(o.m. Clarinde, 1796; De onverwagte redding, 1797; De beloonde
kinderliefde, 1800; Het zinken der Oostendsche pont-schuit; De listige
bakkerin). Na 1815 schreef hij uitsluitend poëzie en werd een van de
meest bewonderde en gelauwerde dichters van zijn tijd.
Hofmans poëzie zit nog vast aan de 18de-eeuwse,
bombastisch-mythologische rederijkersstijl. Met zijn toneelstukken werkte hij
vernieuwend; hij voerde het burgerlijk drama in, de `comédie
larmoyante', de vaudeville, het toneelspel in proza. Zij vertolken ideeën
van verdraagzaamheid en ontvoogding, maar bevatten ook preromantische elementen
in de sentimentaliteit en het exotisme, terwijl de pathethiek, de
zwart-wit-psychologie, de grote ontroeringen, de idealisering van de vrouw de
eigenlijke gevoelsromantiek aankondigen. Hofman was sterk Nederlands gericht,
bewonderde Willem i en bleef na 1830 orangist.