Hoeck, Jozef van
Vlaams toneelschrijver (Turnhout 11.11.1922). Jurist;
verbonden aan het Kunst- en Cultuurverbond van het Paleis voor Schone Kunsten
te Brussel. Grote bekendheid, ook in het buitenland, verwierf hij met het
toneelstuk Voorlopig vonnis (1957), het verhaal van een Duitse fysicus
die onder Hitlers bewind zijn vaderland verlaat, in Amerika meewerkt aan het
ontwerpen van de eerste atoombom, maar om het evenwicht tussen de grote machten
te herstellen, geheimen aan de Russen uitlevert. Dat het gewetensconflict een
belangrijk motief vormt in het oeuvre van Van Hoeck, blijkt ook al uit zijn
debuut Sauternes 1921 (1952), een familiedrama, of uit het met de
Staatsprijs bekroonde Appartement te huur (1961). De bezorgdheid om de
mens die vrij denkt en er desnoods offers voor brengt, komt ook tot uiting in
Het proces Socrates (1966). Van Hoeck heeft de problematiek van de
zoekende en denkende mens die echter wel door morele preoccupaties wordt
gekweld, in een aantal werken overtuigend uitgewerkt, o.m. in het tot
toneelstuk omgewerkte luisterspel Christine (1974), waarin een computer
een levend wezen baart. Als exponent van de moderne generatie Vlaamse
toneelschrijvers heeft Van Hoeck ook gestreefd naar formele vernieuwingen en
heeft hij zijn plaats onder de experimentelen verdiend. Naast ernstige stukken
schreef hij ook groteske of satirische werken zoals De brievenbus (1962)
en De Raad van Beheer (1964).