Harten, Jaap
Eig. Jacobus Cornelis, Nederlands dichter en
prozaschrijver (Blaricum 22.9.1930). Was werkzaam bij het Letterkundig Museum
en Documentatiecentrum te Den Haag. Schrijft een enigszins beschouwelijke, maar
toch zintuiglijke lyriek, waaruit in 1980 een keuze onder de titel
Plaatselijke tijd verscheen.
Van zijn verhalend proza is de fascinatie door het
autobiografische en het historisch nabije verleden de belangrijkste krachtbron.
In dit verband levert vooral de confrontatie van de ouderdom met de voorbije
jeugd, zoals in de portretten van grote theaterpersoonlijkheden als Else Mauhs
en Zarah Leander, een aangrijpend beeld van menselijke vergeefsheid op. Dat
Harten ook in staat bleek een heel tijdperk in zijn essentie te evoceren bewees
hij met zijn roman De getatoeëerde Lorelei (1968), die in soms
schokkende beelden het Berlijn van het Derde Rijk vanuit het gezichtspunt van
de bedreigden tot leven brengt. Later werk boette duidelijk aan kracht in
naarmate de (autobiografische) actualiteit een grotere plaats in ging
nemen.
Het geobsedeerd zijn door de vergankelijkheid als
bedreiging van jeugd en schoonheid vormt in zijn hele oeuvre een steeds
weerkerend thema, evenals de kwellende vraag naar de zin van de
oorlogsgruwelen. In de openhartig beleden homoseksuele erotiek is invloed van
Reve, in de ervaring van de uiteindelijke zinloosheid van het leven die van
Nescio bespeurbaar.