Haar, Bernard ter
Nederlands dichter (Amsterdam 13.6.1806-Velp 19.11.1880).
Studeerde theologie te Amsterdam en Leiden; predikant, o.a. sedert 1843 te
Amsterdam. Van 1854 tot 1874 hoogleraar theologie te Utrecht. Zijn vroegste
poëzie gaf hij pas uit in 1851. Zijn eerste publikatie, een stukje in het
Rotterdams jaarboekje Calliope (1838) trok de aandacht van Potgieter. In
hetzelfde jaar verscheen Joannes en Theagenes. Eene legende uit de
apostolische eeuw; in 1843, in de almanak Aurora, de beroemd
geworden vertelling Huibert en Klaartje. Het dichtstuk De
Sint-Paulusrots (1847) schreef hij naar aanleiding van de schipbreuk van
het barkschip Jan Hendrik. Het bij declamatoren geliefde gedicht `Abd-el-Kader'
(1849, niet afzonderlijk, in Franse vertaling in 1872 wél afzonderlijk
verschenen) werd gevolgd door het nog populairdere `Eliza's vlucht', ontleend
aan Uncle Tom's Cabin (Aurora, 1854). Evenals Da Costa maakte Ter
Haar `tijdzangen', o.a. Het communisme onzer dagen (1850).
In 1876 verscheen een prachtuitgave van zijn
Gedichten. Geïllustreerd door Nederlandse schilders. Als navolger
van Tollens prees men hem om zijn natuurschilderingen en beschrijvingen,
evenals om zijn vlotte versificatie; zijn woordenrijkdom en uitvoerigheid
keurde men af. Hadden Potgieter en Huet reeds ernstige bezwaren tegen zijn werk
ingebracht, de Tachtigers verwierpen hem volkomen om zijn retoriek. Als
representant van zijn tijd verdient hij echter aandacht.