Gysen, René (Louis)
Vlaams prozaschrijver en essayist (Antwerpen
8.3.1927-ald. 2.3.1969). Was gemeenteambtenaar in zijn geboortestad. Redacteur
van Gard Sivik en Komma, waar hij tot de markantste figuren
behoorde. Volgens Paul de Wispelaere is het oeuvre van Gysen een `gevecht met
de realiteit', in die zin dat de onkenbaarheid van de werkelijkheid en de
ontoereikendheid van de conventionele taal om deze te vatten, bepalende
principes daarvan werden. Op die manier wordt de empirische chaos van
banaliteiten en clichés herschapen tot een literaire werkelijkheid die
tegelijk de uitdrukking is van de persoonlijke problematiek van de schrijver en
zijn literaire aspiraties. Resultaat van de consciëntieuze en nuancerende
werkwijze van Gysen, die zijn paradoxale denk- en schrijfmethode nu eens op een
neorealistische, dan weer op een relativerende en vaak sterk ironische manier
weergaf, is de conceptie van `open' vormen, mengvormen waarin zowel narratieve
als louter essayistische en persoonlijk beschouwende elementen worden
samengebracht tot een steeds verschuivend, maar homogeen geheel. Van
fundamenteel belang is daarbij het probleem van de zegging. In Gysens werk
wordt het einddoel van de conventionele schriftuur, het verhaal, resoluut naar
de achtergrond verdrongen.
Niet alleen in de aangrijpende Geloofsbrief (1967)
komt de hele problematiek van realiteit (met als constante de wankele
gezondheid), herinnering en taalstructuur tot uiting, ook in het essayistisch
werk is de bezinning hierop alomtegenwoordig. Voorbeelden hiervan zijn het stuk
over Pierre Klossowski in De onbekende twintigste eeuw. List en
literatuur (1965) en het essay over De Sade, wiens werk Gysen overigens ook
vertaalde.