Gruwez, Luuk
Vlaams dichter en prozaschrijver (Kortrijk 9.8.1953).
Studeerde Germaanse filologie te Kortrijk en Leuven en werd leraar Nederlands
te Hasselt.
Gruwez begon al vroeg met het schrijven van gedichten.
Zijn debuut, de bundel Stofzuigergedichten (1973), bevat de poëzie
geschreven tussen 1968 en 1971. De bundel kenmerkt zich door vezet tegen de
banale werkelijkheid en de vervanging daarvan door de gedroomde oorspronkelijke
schoonheid. De dichter maakt daarbij gebruik van sprookjesmotieven. Zijn
estheticisme lijkt geïnspireerd door Oscar Wilde, zijn zuiverheidsideaal
door Tagore. In de bundel Ach, wat zacht geliefkoos om een mild verdriet
(1977) blijkt hij deze rechtstreekse invloeden ontgroeid te zijn. Speelsheid en
milde spot relativeren zijn romantische hang naar het absolute. Zijn derde
bundel gedichten, Een huis om dakloos in te zijn (1981), werd bekroond
met de Guide Gezelleprijs 1980 van de stad Brugge.
In 1975 werd Gruwez redacteur van het tijdschrift
Yang. Hij had inmiddels aan tal van tijdschriften bijgedragen met
gedichten en essays. Voor het weekblad De Spectator schreef hij
recensies.