De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Goeverneur, J.J.A.

Eig. Johan Jacob Anthonij, Nederlands dichter en prozaschrijver (Hoevelaken 14.2.1809-Groningen 18.3.1889). Was een van de eersten die bewust voor kinderen schreef. Hij brak met de al te nadrukkelijke moraal en braafheid, bracht humor en meer spanning in zijn werk. Naast gedichten en boeken voor kinderen verdienen zijn bewerkingen en vertalingen van buitenlandse klassieken, bijv. Robinson Crusoë (1871) en Sprookjes van Andersen (1882), speciale aandacht. Hij verwierf de meeste bekendheid met zijn voor kinderen gekuiste vertaling van Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen (1858, 1980²⁶), naar de Duitse bewerking van J. Kell met illustraties van R. Töpffer. Voorts redigeerde hij 37 jaar lang het tijdschrift De Huisvriend (1843-1879).

Werken:

Gedichten en rijmen (1836); Verstrooide rijmen (1850); Wijs en dwaas (1860); Rijm en onrijm voor kinderen (1869); Kinderpoëzie (1875); De Keesiade (1878); Dichtwerken, 2 dln. 1889.

Uitgave:

De Keesiade (1980), met inl. van R. Chamuleau.

Literatuur:

F.K.H. Kossmann, Rudolphe Töpffer, de vader van Mr. Cryptogame (1946); A. Visser, `Jan de Rijmer', in Leven van de pen (1965); D.L. Daalder, Wormcruyt met suycker (1976<sup>2</sup>); J. Blokker, `Jan de Rijmer slaat andermaal toe', in Het eeuwige examen (1977); G. Komrij, `Rodolphe Töpffer (1799-1846)', in Talent (1979); A. Korteweg, `G. en Van Zeggelen: twee collega-humoristen', in Bzzlletin, 7 (1978-1979); Idem, `Dichter om den brode: J.J.A.G. (1809-1889)', in De Tweede Ronde, 2 (1981).

[J.D. Venis-de Jager]