D'Haen, Christine Elodia Maria
Vlaamse dichteres (Sint-Amandsberg, Gent, 25.10.1923).
Licenciate in de Germaanse filologie; lerares te Brugge en aldaar werkzaam bij
het Gezelle-archief. Als dichteres debuteerde zij in het tijdschrift
Dietsche Warande & Belfort met het verhalend gedicht `Abailard en
Heloys' in 1948. Enkele jaren nadien publiceerde zij in het Nieuw Vlaams
Tijdschrift een reeks door de oude letteren en mythologie
geïnspireerde en gestoffeerde gedichten, waarvoor haar door de redactie de
Arkprijs van het Vrije Woord werd verleend. Deze en andere gedichten liet zij
drukken samen met enkele van haar Gezellevertalingen in het Engels, doch de
bundel werd niet in de handel gebracht.
In 1958 verscheen in Nederland een uitgave van haar
Gedichten 1946-1958. Voor dit werk werd haar door de Maatschappij der
Nederlandse Letterkunde de Van der Hoogtprijs toegekend (1960).
Door haar sterk gemaniëreerde verzen neemt D'Haen
een vrij geïsoleerde positie in in de Nederlandse poëzie. Zij staat
daar tussen neoclassicisme en experiment in. Bovendien onderscheidt zij zich
van de meeste Vlaamse dichteressen door de intellectuele en culturele
achtergrond van haar werk.