Coolen, Antoon
Eig. Antonius Franciscus, Nederlands proza- en
toneelschrijver (Wijlre 17.4.1897-Eindhoven 9.11.1961). Na zijn jeugd te
Deurne, werkte hij als journalist te Hilversum. Sinds 1932 terug in Brabant
(Deurne, Waalre), waar hij zich geheel aan de letterkunde wijdde. Trad in 1933
tot de Gemeenschap-redactie toe, waarin hij stelling nam tegen de
scheurgroep van A. Kuyle c.s. Weigerde tijdens de Duitse bezetting de
kandidatuur voor de Duitse Rembrandtprijs en moest onderduiken. In 1961 ontving
hij de Vondelprijs van de universiteit van Münster.
Coolen is de belangrijkste vertegenwoordiger van de
Nederlandse regionale roman. Zijn Kinderen van ons volk (1928) werd
begroet als de eerste moderne rooms-katholieke roman in Nederland. In boeiend
en suggestief vertelde boeken riep hij een beeld op van het harde en primitieve
leven van de Brabantse plattelandsbevolking - vooral van de armzalige
Peelwerkers -, waarvan onverwoestbare levenslust, simpele goedhartigheid en
vroomheid de enige positieve kanten vormen (Het donkere licht, 1929;
Peelwerkers, 1930; De goede moordenaar, 1931). Centraal thema is
de ontworteling van deze mensen in contact met de opdringende industriële
stadsbeschaving.
Coolens vriendschap met dokter-schilder Henk Wiegersma
leidde tot verdieping en verruiming: het regionaal realisme werd gedeeltelijk
verdrongen door het fantastisch grillige der verbeelding (Dorp aan de
rivier, 1934). Ook zijn laatste, rijpste werken (De vrouw met de zes
slapers, 1953; De grote voltige, 1957) vertonen de voor Coolen
kenmerkende panoramische, polythematische structuur: de evocatie van de
dorpsgemeenschap, anekdotisch uitgebeeld en geëncadreerd door brede
natuurbeschrijvingen, overheerst meestal het individuele karakterbeeld.
Nadrukkelijk aanwenden van het streektaaleigen maakte in later werk plaats voor
een meer alge-