Broek, Lambregt van den
Nederlands dichter (Rotterdam 31.8.1805-ald. 16.12.1863).
Van eenvoudige afkomst; ontwikkelde zich door zelfstudie; debuteerde in de
Nederlandsche Muzenalmanak (1824) en werd de protégé van
Immerzeel en Tollens, die in de Vaderlandsche Letteroefeningen van 1831
het werk van deze poëtische pakhuisknecht anoniem recenseerde. Later was
Van den Broek werkzaam op een handelskantoor; sinds 1845 leefde hij van zijn
pen.
Van den Broek heeft veel tijdschriftbijdragen en bundels
eenvoudige, soms luimige poëzie op zijn naam staan, o.a. Vaderlandsche
poëzij (1833) en Vaderlandsche muze (1857); daarnaast uitgaven
voor kinderen, o.a. Proeven van gedichtjes voor kinderen van alle
standen (1857) en Proza en poezij voor jongens en meisjes (1859).
Zijn werk vond in zijn tijd wel waardering, getuige ook de verzorging van zijn
Nagelaten en verspreide gedichten (1864), met een voorrede van A.
Bogaers en een levensbericht door H. Maronnier.