Andreus, Hans
Ps. van Johan Wilhelm van der Zant, Nederlands dichter en
prozaschrijver (Amsterdam 21.2.1926-Putten 9.6.1977). Na hbs en toneelschool
enkele maanden werkzaam als corrector. In 1950 vertrok hij voor vijf jaar naar
het buitenland: Parijs, Rome en een reis door Italië. Teruggekeerd verkoos
hij de vrijheid van het schrijverschap - dat voor hem als elk ander vak een
métier betekende - boven een vast beroep.
Zijn werk is zeer gevarieerd: gedichten, hoorspelen,
televisie- en reclameteksten, chansons, romans, een novelle en tal van
kinderboeken. Waren zijn eerste beeldrijke verzen, waarin hij voor de
uiterlijke verschijningsvormen speels-picturale metaforen wist te vinden, van
een zuidelijke charme, in later werk, bijv. in Het explosieve uur
(1955), brak een tragisch levensgevoel door, een wijsgerige beschouwelijkheid
die zijn verzen in daaropvolgende bundels deed rijpen tot een voorlopig
evenwicht tussen de verkenningsdynamiek van het experimentalisme en de
gebondenheid der traditionele poëzie.
Andreus was een `lichtmens', een ruimtedichter, die zijn
gevangenschap in de tijd (in de dubbele betekenis van chronologie en
actualiteit) onderging als een frustratie en zich van zijn vers bediende als
een reddingspoging om aan de tweespalt tussen zijn wezenlijke en zijn door het
huidige levensbestek bepaalde `ik' te ontkomen. Aan de spanning tussen de polen
van angst (voor het individuele isolement) en liefde (in de meest algemene zin
van menselijke gemeenschap) ontvonkte zijn gedicht. Hij wilde niet langer
`worden', hij wilde `zijn' en bereikte dit ook in zijn gaafste strofen. Buiten
dergelijke verlossende momenten bleef hem enkel de hoop eens de vergruizeling
van het wereldbeeld, van het levensgevoel, in een nieuw eenheidsbesef - waarmee
hij zich mythisch verbonden voelde - ongedaan te zullen maken.
De kentering en groei, die in zijn latere werk vallen te
bespeuren, zijn kenmerkend