Amorie van der Hoeven, Abraham des
Nederlands theoloog en letterkundige (Rotterdam
15.2.1821-Utrecht 20.3.1848). Genoemd naar zijn vader, beroemd kanselredenaar
en remonstrants predikant (1798-1855). Studeerde theologie en letteren te
Leiden; publiceerde in die tijd als antwoord op Bosscha's A-saga en Van
Lenneps E-legende een verhaal met de o als enige klinker: Colholms
roos. O-sprook (1841). Promoveerde op beide vakgebieden in 1843 en reisde
door Duitsland, waarvan hij verslag deed in Herinneringen van mijne
academiereis in 1843 (1845). Van 1845-1846 medewerker aan De
Gids.
Hoewel zijn belangrijkste werk op theologisch gebied ligt
met De godsdienst, het wezen van de mensch; brief aan dr. J.J. van
Oosterzee (1848), schreef hij ook literair werk dat na zijn dood gebundeld
werd in Proza en poëzie (1850), waarin een herinnering aan de
schrijver door J.J. van Oosterzee werd opgenomen.