Alewijn, Abraham Martijnsz.
Noordnederlands dichter en toneelschrijver (Amsterdam
16.11.1664-Batavia 4.10.1721). Promoveerde in 1685 te Utrecht in de rechten;
verbleef veelal op zijn buiten te 's-Graveland. Schreef eerst in pastorale
trant, maakte later naam met vrijmoedige kluchten en blijspelen. Zijn
`blij-eindend treurspel' in vijf bedrijven Amarillis (1693), werd in
bekorte vorm maar met ruim 70 aria's op muziek gezet door David Petersen:
Opera of sangspel van Amarillis. In 1694 bundelde Alewijn zijn Zede-
en harpzangen. Ofschoon hij in 1707 als koopman naar Batavia vertrok, daar
in 1715 raad van justitie en in 1721 advocaat-fiscaal werd, publiceerde hij
juist in deze periode succesvolle blijspelen, classicistischer van vorm en
tegelijk volkser van inhoud: Beslikte Swaantje en drooge Fobert (1715),
De Puiterveensche helleveeg (1720) en Jan Los, of Den bedroogen
Oost-indievaer (1721).