Paul van Ostaijen. Een documentatie
(1996)–Gerrit Borgers– Auteursrechtelijk beschermd2. Pauls vaderPauls vader was een stug, conservatief en vormelijk man. Op allen die hem niet goed bekend waren, maakte hij een ongenaakbare indruk. Dit gold ook voor de speelkameraden van Paul. Jos. LéonardGa naar margenoot1 herinnerde zich dat hij en de andere vriendjes van Paul nooit verder mochten komen dan de winkel en Pauls vader maakte op hem de indruk van een stille drinker, nooit dronken weliswaar, maar steeds onder de invloed en daardoor onbereikbaar. En toen eens twee kinderen van zijn broer Kornelis - het zijn de herinneringen van één van deze kinderenGa naar margenoot2 en het gebeurde kort na de eerste wereldoorlog - hem na lange tijd uit Amsterdam kwamen opzoeken, werden zij eerst door Pauls moeder aan de deur verwelkomd. Even later kwam vader Van Ostaijen te voorschijn en nam zijn gasten meteen mee naar een nabij gelegen café zonder dat zij een voet in zijn huis gezet hadden. Maar achteraf had vader Van Ostaijen aan zijn broer Louis, waar hij wèl vertrouwd mee was en die bij het ‘bezoek’ aanwezig was geweest, toevertrouwd dat hij blij was de twee kinderen gezien te hebben. | |
[pagina 23]
| |
Vader Van Ostaijen.
| |
[pagina 24]
| |
In tegenstelling tot de indruk naar buiten, zal zijn stugheid dan ook meer defensief dan agressief, eerder onzekerheid dan geldingsdrang geweest zijn en voornamelijk berust hebben op een grote terughoudendheid in het tonen van zijn emoties. Heel typerend hiervoor is de beschrijving die Van Ostaijen van hem geeft in De jongenGa naar margenoot3, als hij na de dood van zijn oudste zoon de aankondiging heeft geschreven dat zijn zaak op de dag van de begrafenis gesloten zal zijn: ‘Iedereen die het geschrift van de vader kende wist dat hij zich, in de eerste overstelpende droefenis van het verscheiden, samengevat had dit kaartje te schrijven.’ In vertrouwde kring was deze stugheid natuurlijk minder en bleek hij gevoel voor een droog soort humor te bezitten,Ga naar margenoot4 men zie b.v. de familiefoto's waar hij allerminst de indruk van ongenaakbaar man maakt. Maar deze vertrouwde kring was waarschijnlijk nooit erg groot en reikte niet ver buiten het eigen gezin. Aanvankelijk zochten de vier broers in Antwerpen elkaar regelmatig op, dronken tezamen en maakten ook van tijd tot tijd ruzie.Ga naar margenoot5 Later bleef hiervan alleen oom Louis nog over, een klein, gezet bultenaartje, dat ‘jenever als water dronk’ en boeiende verhalen kon vertellen.Ga naar margenoot6 Maar toch ook in deze kleine kring, waartoe behalve oom Louis en de zuster van zijn vrouw misschien nog enkele anderen behoord hebben, bleef hij moeilijk bereikbaar en handhaafde hij zijn strenge vormelijkheid. Dit schild van vormelijkheid maakte van hem een deftig burgerman. Hij was, zeggen de familieleden, een ‘heer’, net als grootvader Van Ostaijen, maar niet excentriek als deze, integendeel. Ook binnen het gezin bleef hij dezelfde. Met de regelmaat van de klok stond hij 's morgens vroeg op en ging 's avonds vroeg naar bed. Zondags verscheen hij in 't zwart aan het diner en zijn kinderen leerden al vroeg bij het schoenen poetsen dat ‘de hielen even goed moesten glimmen als de neuzen’.Ga naar margenoot7 Even plechtig en fors als zijn uiterlijk moet ook zijn stem geweest zijn, ‘De vader las soms luid uit het dagblad. Zijn stem had de psalmgolving van een hogepriester. Doch als het volk ver van de hogepriester stonden dan de kinderen ver van de vader. Enkel de moeder luisterde gedwee als zij sinds jaren deed.’ Aldus Paul van Ostaijen in Het landhuis in het dorpGa naar margenoot8 en even verder: ‘De vader gaat het eerst ter rust; na schaarse, maar zware woorden. De kinderen blijven met de moeder.’ Als zakenman zal hij een hard èn volhardend onderhandelaar zijn geweest. Zijn activiteiten breidden zich in de jeugd van Paul al verder uit dan het loodgietersbedrijf: hij kocht en verkocht ook huizen en speculeerde in grond. Bij de familie ging zelfs het gerucht dat hij 48 uur in het bezit van het Rubenshuis geweest zou zijn, voordat dit door de stad werd aangekocht.Ga naar margenoot9 In de winkel en de werkplaats verscheen hij zelden meer en zijn bedrijf liet hij over aan de knechts, die in hem geen soepele baas gehad zullen hebben. Hij schijnt goede vakmensen in dienst te hebben gehad, maar dat zij trouw bij hem in dienst bléven was vooral aan de moeder te danken, die hun regelmatig fooien gaf. Zijn meesterknecht, Josephus Goris, kreeg een verhouding | |
[pagina 25]
| |
Door Van Ostaijen genomen familieportret. Zittend v.l.n.r.: Hubertina, vader, moeder en tante Hubertina Senden-Engelen. Staand v.l.n.r.: Stan, nichtje Anna Marie Senden en Pieter-Floris.
met Pauls zuster, Hubertina. Hiertegen had vader Van Ostaijen op grond van het standsverschil aanvankelijk grote bezwaren.Ga naar margenoot10 Maar ook in dit geval bleek dat zijn stroefheid geen tirannieke vormen aannam, want met steun van de moeder, die zeer op Goris gesteld was, kreeg de dochter ten slotte toch zijn toestemming tot het huwelijk, dat op 17 december 1906 gesloten werd. |
|