Paul van Ostaijen. Een documentatie
(1996)–Gerrit Borgers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
VerantwoordingNadat in het tussen 1952 en 1956 verschenen en sindsdien aangevuldeGa naar margenoot1 Verzameld werk van Paul van Ostaijen de resultaten verwerkt zijn van een onderzoek naar zijn publikaties en bewaard gebleven handschriften, volgen in deze documentatie alle overige gegevens betreffende zijn werk en leven die tijdens en na dit onderzoek achterhaald konden worden. In de eerste plaats zijn dat de brieven van en aan - een enkele keer ook over - hem, die hier alle, voor zover toestemming verleend werd,Ga naar margenoot2 chronologisch in de tekst verwerkt en daarbij integraal en diplomatisch weergegeven zijn. Ten einde deze brieven ook afzonderlijk te kunnen raadplegen is een aparte inhoudsopgave betreffende de correspondentie opgenomen. Het is verheugend dat in de loop van het onderzoek steeds meer eigenaars van de aanvankelijk zeer verspreide brieven deze in de centrale Van Ostaijen-verzameling van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen gedeponeerd hebben. In de tweede plaats zijn de schriftelijke en mondelinge herinneringen en informaties van tijdgenoten, die sedert 1948 verzameld werden, voor deze uitgave onderzocht en verwerkt. Ook de rapporten van deze gesprekken en de toegezonden brieven met gegevens berusten thans in de Van Ostaijen-verzameling. Bij de bronvermelding in de tekst worden de namen van de zegslieden vermeld. Velen van hen zijn inmiddels overleden, zoals Geert van Bruaene, Gaston Burssens, Heinrich Campendonk, E. Clément, Floris Jes- | |
[pagina 9]
| |
pers, Oscar Jespers, Paul Joostens, Jos. Léonard, Jozef Muls, P.F.J.W. van Ostaijen, Jozef Peeters, Martin Premsela, André de Ridder, Geo van Tichelen, Prosper de Troyer en Paul Verbruggen. Voorts is gebruik gemaakt van inlichtingen en documenten die door verschillende instanties als bevolkingsregisters, rijks- en gemeentearchieven, schooladministraties e.d. verschaft zijn, welke gegevens vooral dienen ter controle, toelichting en aanvulling op het overige bronnenmateriaal. Van de literatuur over Van Ostaijens leven en werk is een kaartsysteem aangelegd, dat in de Van Ostaijen-verzameling wordt bewaard en waaruit men een, van korte toelichtingen voorziene, keuzelijst achterin aantreft. Ook werd een onderzoek ingesteld naar het bewaard gebleven iconografisch materiaal. Dit is zo volledig mogelijk in deze uitgave opgenomen en eveneens in een afzonderlijke inhoudsopgave vermeld. Ten slotte heeft het gehele oeuvre van Van Ostaijen als belangrijkste bron voor de gegevens over zijn ontwikkeling als schrijver gefungeerd. Bij de verwijzing naar dit werk is gebruik gemaakt van de volgende delen: Verzameld werk / Poëzie, Music-Hall, Het Sienjaal, De Feesten van Angst en Pijn, derde druk, Den Haag, Antwerpen, 1965 (aangeduid als vw i), Verzameld werk / Poëzie, Bezette Stad, Nagelaten Gedichten, derde druk, Den Haag, Antwerpen, 1965 (aangeduid als vw ii), Verzameld werk / Proza, Grotesken en ander Proza, tweede, herziene druk, Den Haag, Antwerpen, 1966 (aangeduid als vw iii) en Verzameld werk / Proza, Kritieken en Essays, [Antwerpen, Den Haag, Amsterdam], 1956 (aangeduid als vw ivGa naar margenoot3). Al deze gegevens worden hier chronologisch in een doorlopend, zij het per periode of object onderverdeeld, verslag aangeboden, waardoor ook het onderling verband als gegeven tot zijn recht komt en de benodigde toelichtingen ter plaatse konden worden ingevoegd, zodat het geheel zich toch min of meer als een verhaal laat lezen. Volgens de definitie ‘een biografie is het verhaal van een mensenleven’, waarmee Dresden zijn studie over de structuur van de biografie begint,Ga naar margenoot4 zou ook deze documentatie door zijn vorm als een biografie te beschouwen zijn. Dit is echter slechts ten dele het geval. Indien men nl. de biografie opvat als een op het gemeenschappelijk terrein van wetenschap en kunst opgebouwd ‘beeld’, waarin een ‘werkelijkheidvan-eens’ door selecteren, arrangeren, interpreteren en evalueren tot een hanteerbare ‘werkelijkheid-van-nu’ wordt gemaakt - zoals RomeinGa naar margenoot5 en Dresden doen - dan maakt dit verslag beslist geen aanspraak op de benaming ‘biografie’. Niet dat er enig bezwaar tegen een ‘beeld’ zou bestaan - ook mij lijkt het de enige mogelijkheid om het verleden te beleven - maar wèl tegen het voortijdig opbouwen van een beeld als nog geen overzicht van het beschikbare materiaal verkregen is en er aanwezig materiaal voor een beeld van straks of van een ander verloren dreigt te gaan, doordat het voor een beeld van nu of van een bepaald biograaf onbruikbaar lijkt. Dit geldt | |
[pagina 10]
| |
vooral voor de verzamelde getuigenissen van tijdgenoten, die reeds nu ten dele niet meer achterhaalbaar zijn, maar ook lang niet alle documenten, zoals de nog talrijke brieven in particulier bezit, zullen toegankelijk blijven indien ze niet gepubliceerd worden. De ‘moderne biografie’ zoals RomeinGa naar margenoot6 die opvat, is vooral een psychologische biografie. Daarnaast is ook een opzet denkbaar die meer bij de fenomenologische methode aansluit, waarbij het er, volgens Dresden,Ga naar margenoot7 ‘niet om gaat de objecten te verklaren maar te verhelderen.’ In verband met de biografie merkt Dresden hier verder over op: ‘Voor dit verhelderen, dat een andere en rijkere vorm van intellectuele benadering is, bestaat alleen de mogelijkheid der nauwkeurige en uitvoerige beschrijving. Een descriptie, die uitsluitend op de aanwezige concreetheid van een bepaald object in zijn geheel gericht is, en niet verder gaat dan deze beschrijving, omdat men meent dat het onmogelijk is verder te gaan. [...] De taak van de biograaf zou dan liggen in een beschrijving van het leven zoals het eens geweest is, en geenszins in een verklaring van dit leven, dat trouwens, meer dan enig ander object, onverklaarbaar is.’ In deze richting nu, is hier welbewust gewerkt. Niet alleen wordt getracht elk vooropgezet oordeel zoveel mogelijk te onderkennen en te elimineren - welke instelling trouwens niet alleen tot de fenomenologische benadering behoort, doch evenzeer in de ‘onbevangenheid’, als eerste der drie door Romein genoemde kenmerken van de moderne biografieGa naar margenoot8, besloten ligt - maar ook is dit verslag erop gericht, door zo veel mogelijk ‘zu den Sachen selbst’ door te dringen, de objecten, de documenten en andere gegevens zichzelf te laten onthullen of zelf aan het woord te laten. Dat dit - evenals de ‘ontindividualisering’ voor Van OstaijenGa naar margenoot9 - ‘zoals alle mensewerk een streven’ blijft, is onvermijdelijk. Zo is er b.v. geen selectie toegepast bij het afdrukken van de brieven en het weergeven der meegedeelde feiten door tijdgenoten en is ook àl het werk ter sprake gebracht. Dat echter het latere werk, door het toenemend aantal specifieke eigenschappen in voorstellingswijze en techniek, tot een steeds uitvoeriger behandeling heeft geleid, wordt enerzijds wel door de aard van het materiaal verantwoord, maar het valt anderzijds niet te ontkennen dat het eigen oordeel over wat specifiek geacht moet worden hierbij ook steeds sterker mee gaat spreken. In de tweede plaats vereist alleen reeds het doorgeven van de gegevens in de gekozen vorm een zeker arrangement. Toch is er b.v. niet naar gestreefd om, ter wille van een evenwichtige opbouw, alle hoofdstukken een nagenoeg gelijke lengte te geven, maar wordt deze bepaald door de omvang en de veelzijdigheid van het materiaal in een bepaalde periode. Voorts is getracht de gegevens zo weinig mogelijk te interpreteren, al bleek anderzijds soms weer uitvoerig commentaar noodzakelijk om een bepaald document of een bepaald gegeven op zijn waarde te toetsen of zo informatief mogelijk te doen | |
[pagina 11]
| |
zijn. Ten slotte is ieder waardeoordeel vermeden, in het besef echter dat ook dit, evenals de ‘ideale methodologie’ van RomeinGa naar margenoot10 niet meer dan een ‘onbereikbaar ideaal’ kan zijn, dat b.v. alleen reeds door de keuze van het onderwerp, maar ook door andere facetten van deze documentatie verloochend wordt. Hoofdzaak blijft echter de intentie. Evenals in het Verzameld werk alle teksten zo volledig mogelijk ter beschikking zijn gesteld, die iedere lezer al dan niet tot zijn teksten kan maken, is het biografisch materiaal hier met een minimum aan selectie, arrangement, interpretatie en evaluatie ter beschikking gesteld ten einde èn voor verder onderzoek èn voor ieders persoonlijke beeldvorming een maximum aan bruikbaarheid te bereiken. In dit geval lijkt mij de winst op te wegen tegen een eventueel verlies van aanspraak op de titel ‘biografie’ ingevolge de uitspraak van Dresden:Ga naar margenoot11 ‘Het is een gebrek in de biografie, dat zij veelal niet tot een beeld weet of durft te komen.’ En zelfs al zou de gevolgde methode niet geleid hebben tot de beoogde verruiming der mogelijkheden om de lezer een eigen beeld te laten vormen, dan blijven de troostende woorden van RomeinGa naar margenoot12 nog hun geldigheid behouden: ‘Het schouderophalen over een boek vol feiten en zonder kritiek is even goedkoop als onbillijk. Immers had zich intijds ook bij andere ‘erflaters onzer beschaving’ zulk een dienende geest gemeld, die slechts bewaren en niet al oordelen wilde, schatten gegevens, die nu voorgoed verloren zijn, zouden ons ter beschikking staan en de Nederlandse biografie op breder basis hebben kunnen vesten dan waarop zij nu berust.’
Gerrit Borgers
Bij het letterlijk citeren van één of meer woorden is in deze uitgave gebruik gemaakt van de tekens ‘ ’. In alle andere gevallen, ook indien binnen een citaat of een diplomatisch weergegeven tekst aanhalingstekens worden gebruikt, zijn deze weergegeven door de tekens ‘ ’. Weglatingen uit een citaat worden aangegeven door [...]. Alle toevoegingen binnen een citaat worden eveneens tussen vierkante teksthaken geplaatst. Om duidelijk te maken dat men bij de diplomatische weergave van een tekst niet met drukfouten in deze uitgave heeft te maken, worden verschrijvingen e.d. tussen vierkante haken gecorrigeerd. In alle andere gevallen, ook indien binnen een citaat of een diplomatisch weergegeven tekst ronde of vierkante haken voorkomen, wordt steeds gebruik gemaakt van ronde haken. |
|