Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm (onder pseudoniem Ton Ven)(1964)–F. Bordewijk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Patrijzen Van Stralen hield - dat men hem prijs - als dierenvriend veel van patrijs. Liefst at hij 't uit een klokmatrijs, dan ging 't erin als klokkespijs. Maar graaf Van Lood om Oud tot IJzer, te gast, riep: ‘Zo eet zelfs geen keizer. Dit's niet patrijs, ook niet patrijzer, dit is patrijst. (Ik) wijs (jou) wijzer (der zon), (en 't) wijst (ook ietwat grijzer) blijft slechts de grote Henk de Keyzer. Aanhoor mij, Straal, ik eis (ik IJzer geheten) dat de wereld ijst - hoezeer ook mooglijk veel bereisd - van de elokwentie dezer taal, ik eis, IJzer, en eist zulks, Straal!’ Stellend, vergrotend, overtreffend, bleek de oude heer toch wel verheffend, al had hij wat teveel gedronken. (Hij bleef maar schenken en beschonken.) Vorige Volgende