Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm (onder pseudoniem Ton Ven)(1964)–F. Bordewijk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Twee soorten kip Baron van Stralen kweekte dieren. Hij liet ze zien van tien tot vieren, daaronder ook een kip, een zwarte, in zeekre zin een heel aparte die al wat zwart van huid of kleding was tevens reden tot besteding van rouwbeklag vond, en die zei, het oog omhoog en vrank en vrij opblikkende naar al die falies, een poot deelnemend door de tralies: ‘Wees overtuigd, mevrouw, meneer, dat ik u hierbij kondoleer.’ Laat onze spot geen goedheid deren: er valt toch steeds te kondoleren. Naast deze kondoleerkip had Van Stralen op zijn levenspad en in zijn ren, zelfs menigvuldig, een kipsoort die, hoezeer onschuldig, hij slachtte indien langs 's Heren straten gordijnen hingen neergelaten. Naar eis van braadkunst toebereid zond hij die kippen wijd en zijd naar 't sterfhuis heen, benevens (sedert de pan) omrankt van hun gevedert, [pagina 59] [p. 59] en schreef erbij: ‘Meneer, mevrouw, uit edelaardige aandrift wou 'k met deze kleinigheid elk leed of smart of droefenis en weet ik veel van 't rouwperceel verbannen. Op dat punt zijn wij allen mannen. Voor deze kip van kondoleantie weze uwe honger de kwitantie. Ikzelf ben pluimgraaf en baron. De veren zijn voor uw salon.’ Geen middel is als leedvergoeding probater dan een extra voeding. Vorige Volgende