Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm (onder pseudoniem Ton Ven)(1964)–F. Bordewijk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Raamsdonk 3 Hoe ook Van Stralen werd gesust door Blanche, hij had nog geen rust. De Moord van Raamsdonk trok te sterk, éen strofe hield hem aan het werk: ‘De man werd in zijn bed gesmoord met zeven el gordijnenkoord.’ ‘Daar zit iets in,’ zo vond hij; ‘als ik goed zie is 't een mannehals. Maar zit er ook iets achter? Hoort! ‘De man werd in zíjn bed gesmoord’, niet tevens in háar bed. Welaan, er had dan hún bed moeten staan. Het echtpaar, als de strofe leert, was reeds van bed gesepareerd. Dit geeft een hele nieuwe kijk: het huwlijkspakt wàs reeds een lijk. De dader in zijn boezeroen dacht: daar 's toch niets meer aan te doen, en voor de Wet ontbond hij ras wat praktisch reeds ontbonden was. Zo doet de grote poëzie: van één lijk maakt ze rustig drie.’ Vorige Volgende