Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm (onder pseudoniem Ton Ven)(1964)–F. Bordewijk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Te weinig en te veel Van Stralen viel die eer te beurt waarmee een man zo gaarne geurt: want na vooraf te zijn gekeurd werd hij geplaatst in Scotland Yard bij ‘Moord en Doodslag...’ (en een staart). Hij kweekte een baard, hij trok zijn zwaard. Waardoor het kwam, daar blijf ik af, maar zo bij koren als bij kaf gold hij als wandelende straf. Zijn baard vond m' onverkwikkelijk, hij leek ook niets inschikkelijk, zijn zwaard deed gauw verschrikkelijk. Geen moorden werden meer gepleegd, geen zakken zelfs ook maar geleegd, de straten lagen schoongeveegd, geen onverlaat gaf meer een kik. Van Stralen was niets in zijn schik. Hij zat, hij sliep, en hij werd dik. Toen kwam zijn radio-kreet verwoed: ‘Geen misdaad meer? Dan, kort en goed, doe ik het zelf! Bloed-bloed! Bloed-bloed!’ Des daags nadien een andre nood: Half Londen lag op straat morsdood. 't Was wéer niet goed, hij nam de boot. Vorige Volgende