Bijlagen.
Opneming der huizen, inwoners, enz., binnen de stad en vrijheid van Leuven, in de jaren 1597 en 1598.
Deze opneming, welke hier, volgens de oorspronkelijke oorkondenGa naar voetnoot1, gedrukt wordt, is eene allerbelangrijkste bijdrage voor de geschiedenis van Leuven. Opgemaakt toen Boonen zijn werk kwam te voltrekken, levert zij ons een getrouw tafereel op van den toestand onzer stad in die dagen, en mag zij beschouwd worden als een stuk welk dit werk vervolledigtGa naar voetnoot2. Men leert er tot welken staat van verval en ellende de binnenlandsche oorlogen ons vroeger zoo bloeiend Leuven hadden gebracht. Er bestond geene wijk, geene straat meer of men vond er huizen in puin. Niet te onrechte mocht de burgemeester van Schore, in 1586, onze gemeente eene ‘erme, gedesoleerde ende geruineerde stadt’ heeten. (Zie hier boven, bl. 157, n. 1).
Men verneemt uit gemelde oorkonden dat de religieusen der meeste kloosters van den omtrek naar Leuven gevlucht waren.
Deze opneming had plaats ‘om, bij middele van dijen, te verhueden die menichfuldighe clachten ende swaricheden dijer (die er) rijsen, ter oirsaecke vande tauxen, zoe inde ordinarise als andere beden.’ Men vindt er de verdeeling der parochien aangewezen gelijk ze tot in 1798 heeft bestaan. Al de straten, huizen, kloosters, kollegien, schuilplaatsen van weldadigheid, enz., zijn er nauwkeuriglijk opgegeven. Het bedrijf van den voornaamsten inwoner van elk huis is er vermeld. Zulks is voor de geschiedenis van het hoogste belang. Hieruit toch leert men wat, in die dagen, de middelen onzer bevolking waren, verneemt men wat het leven was, binnen de eerste hoofdstad van Brabant.
Deze opneming is mede van geen belang ontbloot voor het opstellen der stamtafels onzer familien van de tweede helft der 16e eeuw.
De pest van 1578 had onze bevolking zeer verminderd. Het is te betreuren dat in de stukken betrekkelijk de parochien van Sint-Michiel en Sint-Jacob de opstelling der inwoners verwaarloosd is geworden. Doch, in de stukken betrekkelijk de parochien van Sint Peeter, Sint-Quinten en Sinte-Geertruide is de bevolking met eene zekere nauwkeurigheid opgegeven. De parochie van Sint Peeter telde 2858 inwoners; de parochie van Sint Quinten 912; de parochie van Sinte Geertruide 933.
Deze cijfers veroorloven ons de bevolking onzer stad te berekenen als volgt:
Sint Peeter |
2858 zielen. |
Sint Michiel omtrent |
1215 zielen. |
Sint Quinten |
912 zielen. |
Sint Jacob omtrent |
950 zielen. |
Sinte Geertruide |
933 zielen. |
|
_____ |
|
Samen omtrent |
6868 zielen. |
Onder deze bevolking telde men:
1o | Wereldlijke priesters, omtrent 64; |
2o | Kloosterlingen, omtrent 302; |
3o | Kloosterzusters, omtrent 308; |
4o | Studenten, omtrent 983. |
Tot gemak van den lezer hebben wij, in deze stukken, naest de toenmalige benamingen van verscheidene plaatsen en straten, de hedendaagsche benamingen, tusschen twee haakjes ( ), geplaatst.