De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)
(1897)–Hans Bontemantel– Auteursrecht onbekend4. Stadts finantiën.(p. 421.) De finantiën van de stadt bestaen uyt resolutiën van den raet, soo over de effecten, incomen, lichten, afleggen, uytgifte, coopen, vercoopen, maeken, breeken, bouwen, graven, dempen en wat verder daervan afhangt, soo het eenichsins van gewicht is; twelck bij de Heeren Tresoriers-ordenares uytgevoert werd, als gesyt, daer hiervooren van dat collegie is gehandeltGa naar voetnoot4). Ende alsoo ten tijde van de uytlegginge en sware werken het werck niet wel machtich waeren, soo heeft den raet, op voorstel van de Heeren Maerseveen, Polsbroek, Pol en Spiegel, Bur- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||
gemeesteren, den 15den Januarij 1655 geresolveert, commissaressen te stellen over de fortificatie, zeesaeken en neeringe, om haere speculatie daerover te laeten gaen en, (p. 422.) eenige consideratie hebbende, òf Burgemeesteren òf Tresoriers van haer advys te dienen, nae de nature van de saeken isGa naar voetnoot1). Den 22sten Junij 1663 is, naer examinatie en rapport van de Heeren Hooft, Riael, Hasselaer, Geelvinck, Backer en Valckenier, commissaressen, gestelt den 2den Mey desselven jaers over stadtswerken en meester-baesenGa naar voetnoot2), geresolveert, dat (ontrent) alle noodige werken (wel lettende op de schaershyt der finantiën) alle jaeren nae de verkiesinge der magistraten, Burgemeesteren in den raet sullen voorstellen, 't geen noodich is gedaen ofte gelaeten te werden, om met vruchtbaerhyt de consideratiën daerover te laeten gaenGa naar voetnoot3); dat nimant yts sal toe- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||
gevoecht werden boven de twee hondert guldens, dan op resolutie van deesen raet, uytgenomen de predicanten, die jaerlijx dry hondert guldens op resolutie van Burgemeesteren en Out-Burgemeesteren werden toegevoecht, als ook aen haer weduwen, gedurende haer leeven of soolang in den stadt blijven woonen. |
|