De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672)

10. Overluyden der gilden¹⁾.

De Overluyden der gilden werden gemaekt uyt (een) dubbel getal, opgegeeven door de overluyden, daervan eenige jaerlijx volgens de ordonnantiën afgaen; ook wel absolut, soo Burgemeesteren te raede werden, sonder op de nominatie der overluyden regard te nemen, als in de ordonnantie der wijngilden²⁾ en anderen te leesen. Doen jaerlijx reeckeninge aen Burgemeesteren, die haere Achtbaerheeden werd ter handen gestelt, of werd door een der secretaressen op derselve ordre opgenomen.

1) § 10, 11 en 12 zijn in het HS. onderdeelen van § 9, waar zij, blijkens het opschrift van die paragraaf, niet thuis behooren. Ik heb er daarom afzonderlijke paragrafen van gemaakt, en die van opschriften voorzien.

2) Zie art. 3 der ordonnantie van het wijnkoopersgild (16 October 1659 opnieuw opgericht) in Noordkerk's Handvesten, p. 1480.