| |
III. Hoofd-stuk. Verhandelende op wat wijze de Coffeé in alle ziekten kan gebruikt werden, en wat krachten zy op de selve doet.
| |
I.
DIe groote Natien, als het Turkendom, de Chinesen, Japonesen, en alle die by ons voor de grootste Barbaren gehouden werden, hebben in alle dingen (uitgenomen de Euangelische kennisse) veel deftiger verstand als wy. En dit blijkt voornamelijk in 't stuk der Medicyne, die met haar gewoone warme drank, en weinig goede Medicamenten te gebruiken, alle ziekten by na weeten te vermeesteren. En om hier van een preuve te geven, zal ik een groot deel der ziekten te berde brengen, welke door de Coffeé en weinige genees-middelen daar by, vaardig, veilig, en gemakkelijk door my zelfs genesen zijn.
| |
| |
| |
II. Coffeé goed voor den dorst.
N. D. klaagde my op een tijd dat hy zoo een brand in de mond had, en geduurig dorstig. Hy dronk veel Brandewijn des ochtens, en des namiddags sterk Bier.
Alhoewel nu dese Persoon ging en stond, zoo had hy evenwel een bloed dat door de menigte Brandewijn verdikt was geworden, even als ik onlangs een ei, dat in een ander ei gewassen was, (volgens 't relaas dat my daar van gedaan is) in een sterke geest van wijn leide, zoo bevond ik des anderen daags dat dit eitje was hard geworden: aldus dan stollen de jeu-vochten door de menigvuldige Brandewijn mede in ons bloed.
Ik gebood hem de Brandewyn wat te verminderen, op dat sijn bloed niet verder mogte komen te stollen: want dit dikke bloed was oorsaak dat de quyl oft speeksel door de quyl-klieren en der selver buisen, niet behoorlijk in de mond kan komen en deselve bevogtigen: ik noodigde hem eenige reisen des ogtens op Coffeé, daar hy in 't eerst niet geern aan wilde, seggende, gelijk onkundige veeltyds doen, dat het maar gebrande boone sop was. Ik hiel evenwel aan, en dronk met my tien of twaalf kopjens. Hy kreeg 'er smaak
| |
| |
in, en gewende zich daar alle dagen zoodanig aan, dat hy niet meer om de Brandewijn en dagt, en de dorst ging geheel over.
| |
III. Gebruik der Coffeé in een stinkende adem.
Zekere Mevrouw, zijnde gemeenlijk buiten op haar Hof-stede, quam in de Stad om my over hare stinkenden adem raad te plegen, die al een geruimen tijd geduurt hadde, want zy had menigmaals gemerkt, dat se daar door in gezelschappen onaangenaam was. Zy hadde ook al verscheide mond-spoelsels gebruikt, maar te vergeefs.
Dese stinkenden adem nam haar oorsprong uit een bloed, dat mede aan de dikke scheurbuikige kant was, want dewyl het speeksel in sijn klieren en buisen, om sijn taaye lymigheid seer traag voort liep, kreeg het een soort van verrottinge, en dewyl het des nagts in de mond soo seer niet bewogen werd als des daags, soo ist dat het des ogtens, dewyl het door het stil staan meerder verrottinge krygt, ook meerder stinkt. De middelen nu die dese Mevrouw aangewend hadde, hadden weinig vrugt gedaan, om dat de oorsaak in het bloed was en niet in de mond, alwaar maar d' uitwerkinge van de oorsaak te vinden was. Sy
| |
| |
dronk somtyds wel Theé, maar wyl de Coffeé meer oliagtig sout by sig heeft als de Theé, liet ik haar de Coffeé eens of tweemaal daags gebruiken. Want dit oliachtige zout is bequaam het suur te temperen, daar dese Mevrouw seer toegenegen was, het welke wel getempert sijnde, is de oorsaak benomen, daar by gaf ik haar een half pint van myn Sal Volatile, het welk mede alle zuurigheden en lymigheden uit ons bloed wegneemt, en is in een maand tyds weder herstelt geworden. Van dese en de volgende gevallen soude ik geheele Folianten konnen stofferen, maar wyl zulks myn oogmerk niet en is, sal den Leser sig te vreden moeten houden, met van elks een staaltjen te sien.
| |
IV. Wat nut de Coffeé ontrent de roode oogen doet.
Een Edelman uit Polen, op de Nederlandse Academien studerende, was het rechter oog (na mijn onthoud) geduurig rood en ontsteken; zoodanig dat zelfs de wijmbrauwen seer dik en rood waren; dit had, mein ik, vier of vyf jaar geduurt, en verergerde altijd tegen de Winter, of als hy in de wind liep. Hy had na de gemene wyze van Medicyneren veel gelds verquist zonder hulpe.
| |
| |
Na dat ik desen Heer wel ondervraagt had, gebood ik hem eerst alle ochtende twaalf kopjes Coffee te drinken, en het oog zelfs over de warme wasem te houden. Daar na nam ik Coffee-water, en zoo veel geest van Wyn, hier in liet ik eenige droppelen van zekere vlugge tinctuur vallen, soo veel dat het de tonge niet onsmakelijk was, met een weinig Campher: dit deed ik warm maken, en het oog met fijne druk-doekjens hier in nat gemaakt, bedekken: hier liet ik noch een servet over heen leggen, om dese druk-doekjes te sluiten: voorts hiel hy het oog dat bewonden was tegens een confoort met vuur, om de warmte door den doek te ontfangen, en het vocht, met welk het oog gestooft wierde, warm zoude blyven: onderwylen wierden de druk-doekjes geduurig bevochtigt, en weder aangelegt. Dit liet ik des ochtens twee uuren lang doen; een uur des namiddags, en twee uuren des avonds. Voorts liet ik het oog toebinden, en soo warm houden als het mogelijk was.
Van dag tot dag bevond desen Heer, dat hem het oog beterde, en is, door Gods hulpe, in de tijd van veertien dagen gelukkig herstelt: behalven dat hem het gezigt nog wat tenger was, dat evenwel van tijd tot tijd, mijn Sal Volatile gebruikende, is gebetert.
| |
| |
| |
V. Een experiment van de Coffeé ontrent een beginnende blindheid, gemeenlijk Gutta Serena genoemt.
Een oude Dame van ontrent de seventig jaren, woonende, zoo zy my berichte, tusschen Uitrecht en Maarsen, kreeg een schielijke blindheid, dog evenwel Zoodanig, dat se met het linker oog noch min of meer konde sien, durfde evenwel niet uitgaan, 't en zy dat se iemand van haar Dochters by haar had om te leyden. Sy hadde mede veel met Dorp-Chirurgyns, en sommige Uitrechtse Doctoren eenige tijd gemedicineert, doch had tot nu toe geen baat gevonden.
Gutta Serena is een verstoppinge in de pijpjes die de oog-zenuw maken, en dewijl dese zenuw achter het oog is, kan men ook in het oog niets vermerken. Zoo nu de verstoppinge in die zenuw heel groot is, kan men niets sien; maar zoo maar eenige pijpjes en niet alle verstopt zijn, kan het gezicht, doch mank, geschieden, gelijk ik in dese Mevrouwe heb vernomen.
De raad nu die ik haar gaf, was klein, namelijk, het drinken van Coffeé, en de oogen te stoven met warm Coffee-water. Want de warmte door het geheele oog, zelfs tot die
| |
| |
zenuw doordringende, maakte alle die verstyfde deeltjes los. Daar by liet ik haar altijd Sal Volatile gebruiken, en heeft met 'er tijd haar gezicht zoodanig wederom bekomen, dat ik zelfs daar over verwondert was, want in oude luiden is dit quaad niet gemakkelijk weg te krygen: vermids zy veel taaye en lymige vochten in haar lighaam hebben, en by gevolg seer koud van bloed en vochten zijn. Op diergeliiken wys heb ik eens een jongman geholpen.
| |
VI. Hoe de Coffeé het bloeden uit de neus doet ophouden.
In 't jaar 1684. in de maand April kreeg ik uit Rotterdam een Brief, welke in 't kort aldus luid.
Mijn Heer BLANKAART.
HEbbe d' eer gehad verscheidene van U Ed. Boeken gelezen te hebben, vinde my derhalven genoodzaakt U Ed. over mijne quale te consuleren. In het Na-jaar van 1683. heb ik een sware ziekte gehad, in welke ik door de raad van Doctor N. N. verscheide reisen gelaten ben. En, alhoe-
| |
| |
wel ik my nu wel bevoele, behalven dat mijn krachten wat uitgemergelt zijn: soo is 't dat ik na die ziekte, geduurig aan het bloeden uit de Neus geraakt ben: waar over ik U Ed. raad zal afwagten. Ben en blyve &c.
Dewyl nu desen Heer in 't Najaar verscheide malen gelaten was, is het overige bloed zeer verdikt geworden, en dewijl het somtijds gebeurde dat hy wel eens een glaasjen te veel wyns dronk, wierd niet alleen zyn bloed dikker, maar het perste met gewelt door de slag-adertjes die in de neus van binnen loopen, en dewyl het om zijn dikkigheid daar niet gemakkelijk door kon, rekten deze tengere slag-adertjes zoodanig uit, dat se bersten en by gevolg het bloed uitliep. En dewyl dese slag-adertjes soo ras niet geneesden, of zy wierden al eerder weder open geperst, zoo was het dat hy ook ligt aan het bloeden quam.
Ik schreef hem wederom een Brief, als dat hy zich van de wijn, voornamelijk ogtend-drank wat ontrekken soude, en alle ogtende liever een dozijn kopjes Coffeé soude drinken, en voorts van mijn Sal Volatile. Het welk hy aan nam te doen, gelijk hy my ook veertien dagen ofte drie weken daar na
| |
| |
schreef, dat het bloeden uit de neus nu geheelelijk ophiel.
De Coffee, die warm gedronken wierd, bracht een groote warmte en vloeybaarheid in het bloed, voornamelijk wanneer het van mijn Sal Volatile wierde aangeset, soo dat onderwyle de openinge in de neus genas, waar uit door de minste persinge, het bloed spatte: en dewyle hy dit dagelijks continueerde, wierd met 'er tijd zijn bloed geheelelijk herstelt.
| |
VII. De kracht der Coffeé in de tandpijn en Scheur-buik.
Ik heb menig reis in verscheide gezelschappen geweest, alwaar de luiden dikmaals klagen van groote tand-pijn te hebben: alle nu die mijn raad volgden, ten ware dat se zeer bedorve tanden hadden, heb ik genesen alleen by na door het Coffee drinken. Want de tand-pijn is een gigt der tand-vliesen, pesen en zenuwen, dat een uitwerksel van de Scheur-buik is: als men dan de sappen ofte bloed tot soodanigen trap van vloeybaarheid brengt, dat het ontrent dese deelen der tanden niet meer komt stil te staan en te knagen, soo heeft men die tand-pijn niet alleen, maar ook de scheur-buik overwonnen. Sommige van de-
| |
| |
se luiden heb ik ook mijn Tinctuur van Mars, en mijn vlug Zout, of het Alcahest Glauberi, een Elixir vitae, oft Spiritus Antiscorbuticus en diergelijke daar by laten gebruiken, na gelegentheid van zaken: hier door overwonnen zy niet alleen de tand-pijn, maar veele andere qualen, daar menigte over verwondert stonden.
| |
VIII. De krachten der Coffeé in de Keel-Geswellen.
Ik hebbe menigmaals waargenomen, dat als my de luiden in 't begin van een Keel-geswel, dat de klieren in de keel geweldig ontsteken waren, klaagden, ik haar terstond Coffeé heb laten gereed maken, dat na se tot sweetens toe gedronken hadden, niet meer van haar keel-gebrek wisten.
Ik wierd eens geroepen by een Tryntjen Martens, die een keel-geswel tot worgens toe had; ik liet terstond heet water op het vuur zetten, en liet een dosis Coffeé van mijn huis halen, en maakte haar Coffeé toe, doch in haar eerste kopjen deed ik een doir van een ey met eenige greintjes Resina Falappe in, op dat se eens helder purgeren souw, na deze kop gebruikt te hebben, gaf ik haar noch eenige andere, die se ook alle, alhoewel zeer
| |
| |
beswaart, vermidts het keel-geswel haar keel by na toevrong, orberde. Sy had ses of zeven rijkelijke afgangen, en was des anderen daegs weder soo verre herstelt, dat se geen Medicynen meer gebruikte, dan de continuatie van de Coffeé.
| |
IX. Hoe de Zijde-wee oft Pleuris door Coffeé drinken genesen werd.
Eenen Pieter Cornelisse Roodhart in Waterland elders woonende, had hier door de Stad veel geloopen om zijn dingen te verrichten, quam onderwylen by iemand alwaar hy een koele dronk biers eiste, waar van hy ten eersten een goede dronk in zijn lyf zette. Weinig tijdts daar na gevoelde hy groote pijn in de zijde, met koors &c. Ik wierde daar by geroepen, en de zaak onderzocht hebbende, bevond ik die door een schielijke koude ontstaan te zijn, zeide dat se daar tegens wederom heete dingen moesten gebruiken als Theé, Coffeé oft heet bier. Ik drong dat soo ernstig aan, dat men de Coffeé met 'er haast prepareerde: in 't eerste kopjen mengde ik een sweetdryvend en pijnstillend Medicament, en gebood hem na dit soo veel Coffeé te drinken dat hy sweete. Des anderen daags quam ik weder by hem, en vond hem weder by de
| |
| |
Coffeé te drinken, besig. Ik vroeg na zijn welstand, en antwoorde dat hy volkomen herstelt was. Op dese wyze heb ik 'er menigte geholpen.
| |
X. De werkinge der Coffeé in 't Kolijk der darmen.
Ik wierde, niet lang geleden, by een Heer geroepen, die eigentlijk in Friesland woonde, maar alhier by zijn goede Vrienden gelogeert was; hy klaagde seer van buik-pijn. Ik liet terstond de Coffeé-ketel overhangen, en gaf hem in 't eerste kopjen mijn Sal Volatile Anodynum, waar na hy twintig kopjes met Coffeé dronk, die hem binnen een uur tijds soo wel bequamen, dat hy my voor mijn goede raad hertelijk bedankte en rykelijk beloonde.
| |
XI. Krachten der Coffeé in 't Podagra.
Ik sal hier alleen het getuigenisse byvoegen van den Heer A.V.S. Advocaat in den Haag, welke door het Coffeé drinken en andere myner Medicamenten, volkomen genesen is.
| |
| |
Mijn Heer,
DE eer van uwe kennisse doet my de vrymoedigheid gebruiken van u te verzoeken, ten einde U Ed. aan een mijner goede vrinden, die ik in een byzondere estime houwe, gelieft af te zenden een half pints flesje van uwe Medicament tegens Podagra, ten einde om hem, nevens het Coffeé drinken, wat te soulageren in die quale die my nu by de 22. jaren als een Beulinne zoo wredelijk heeft getormenteert, en van welkers genesing ik u (naast God) mijne dankbaarheid ten allen tijden moet bewysen: 't welk doende zult U Ed. ten hoogsten obligêren.
Mijn HEER,
Uwen ootmoedigen en zeer verpligten A.V.S.
Hage den 9. November 1685.
| |
| |
| |
XII. Een tweede getuygenisse dat door Coffeé en andere middelen het Podagra genesen is.
Tot een tweede getuigenisse doe ik daar by een Brief, van den vermaarden Heer Advocaat Swaanswijk uit den Haag, aan den zeer Eerwaarden, Godsaligen en Hoog-geleerden Heer, de Heer Du Bosq, Franse Predicant tot Rotterdam, geschreven.
Mijn Heer,
IK ben ( door de experientie die ik daar van hebbe gehad) zoo teer gevoelig, voor alle die gene, dewelke met die wrede Beulinne, de Gigt of de Podagra getormenteert zijn, dat de Heer Vivier my noch naauwelijks zijn recit hadde gedaan dat U Ed. daar mede gequelt waart, of ik heb U in den hoogsten graad beklaagd, hoewel ik de eer niet en hebbe van U anders (als door reputatie) te kennen: en hebbe ik ook aanstonds resolutie
| |
| |
genomen (zoo veel in mijn magt soude wesen) om u te soulageren. Met dese quaal, mijn Heer, ben ik over de 20. jaar beset geweest: Maar jegenwoordig ben ik 'er (God zy gelooft en gedankt) t' eenemaal van genesen, door de cure van een der verstandigste, habylste, en ervarenste Doctoren des wereldts. Zijn Naam is Stephanus Blankaart; seer gerenomeert, door de verscheidentheid zijner uitgegeven Boeken, en voornamentlijk door een Tractaat dat hy in 't Nederduitsch geschreven heeft van 't genesen van de Podagra: hy woont tot Amsterdam in de eerste Leidtsche-straat: Ik ben aan dien Heer buiten maten verplicht; want behalven dat hy my genesen heeft van een quaal, die zijns gelijke in ongemakkelijkheid naauwlijks heeft (alsoo hy de eerste maal by my komende, ik noch gaan, noch staan en konde) zoo heeft hy my [door Godts genade] een vigeur gegeven van een Jongman van
| |
| |
25. of 30. jaren. Veel luiden van aansien en digniteit aanschouwen my genoegsaam als voor een mirakel; en onder andere is voorlede week noch ten mijnen huise geweest dien gerenomeerden Professor de Heer Wittichius, dewelke expresselijk van Leyden quam om my te bezoeken, ende om op dit subject met my te spreeken. De commiseratie die ik hebbe, ontrent alle die gene, dewelke met dese quaal bezet zijn, sal my de vrymoedigheid doen nemen, van in weinige dagen expres tot Rotterdam te komen, om U te begroeten, en U mijnen ootmoedigsten dienst op te offeren: ende in gevalle den tijd van twee of drie dagen U te lang mogt vallen, om daar ontrent mijne komst af te wagten, soo gelieve U Ed. my het faveur te doen, van my maar met een regel of twee schrifts te honorêren; ende ik sal als dan vleugelen aannemen, om mijn reis t' uwaarts te verhaasten. Gelieft verzekert te wesen, mijn
| |
| |
Heer, dat het my een singulier contentement en byzonder vermaak sal zijn, U te konnen betuigen dat ik waarlijk ben
Mijn HEER,
Uwen ootmoedigsten en onderdanigsten
A. V. SWAANSWIJK.
In den Hage den 27. Mey 1686.
| |
| |
Dese twee Brieven dan heb ik hier willen by voegen, om dat 'er veele nieuwsgierig sijn geweest, om te weten, of, het gene van my gesegt wierd, aangaande 't genesen der Jigt en 't Podagra, wel waar mogt sijn.
Dese twaalf exempelen sullen genoeg sijn om te toonen wat men met de Coffeé, en weinige andere middelen kan te wege brengen. Mijn gedagten waren, van yder siekte een staaltje te geven, maar vinde sulks ongeraden, alsoo ik met een woord alleen geruige, dat ik 'er duisenden mede genesen heb. En ben by gevolg genoodsaakt uit Christelyke liefde en yver tot het behoud van mijn even-naasten, sulks door den druk bekent te maken: wat is 'er gemakkelijker genesinge dan door Coffeé te drinken, en daar by, wanneer men siek is, weinige en aangename middelen te gebruiken, die men onder de Coffeé mengt? 't Is dan de wyse der ouden, welker spreekwoord was, dat men genesen moest Citò, Tutò & Iucundè, dat is, ras, veilig en vermakelijk. Want de genesinge geschied ras, om dat het bloed hier door al sijn vuiligheid quyt geraakt en sonder de minste alteratie gesuivert werd. Het is veilig, om dat het een drank is sonder de minste gevaar: en vermakelijk om dat by dese drank een praatjen wil wesen dat genoeglijk is. Laat dan alle gesonde Coffeé drinken om in geen siek-
| |
| |
tens te vervallen: laten ook alle sieken de Coffeé niet ontrokken werden, om dat se daar door, en door weinige van mijne middelen daar by te gebruiken geraken mogen tot die groote schat van haar vorige gesondheid en gelukkig
EINDE.
|
|