Gebruik en Mis-bruik van de Thee
(1686)–Steven Blankaart, Cornelis Bontekoe– AuteursrechtvrijMitsgaders een Verhandelinge wegens de Deugden en Kragten van de Tabak. Hier nevens een Verhandelinge van de Coffee, Met des zelfs krachten in gezonde, en ongezonde
§. I.WAt de koors is, en waar in die bestaat, hebben wy wijdloopig genoeg in onse verhandelinge verklaart van de koorsen in den Haag gedaan; laat ons nu een bequaam hulpmiddel uitvinden om de koors te verdryven, en dit is al wederom de Theé. Wy hebben | |
[pagina 33]
| |
dan gesegt, en zullen het tot noch toe defenderen, ten spijt van alle huilebalkende NAAMDOCTOREN, dat het bloed in de koorsige traag loopt, en dat 'er dan geen ebullitie, effervescentie, te rassen omloop van het bloed, gisting, drift van 't bloed en diergelijke in het bloed is; en dat alle dese fraeye namen, enkele versierselen uit de hersenen, van die voor wijse mannen hebben willen passeren: het bloed dan is verdikt, weinige hersen sappen werden dan gescheiden, en by gevolg moeten alle bewegingen vertragen, gelijk wy sien, wanneer dat eerst ymant de koors krygt, zoo is hy koud en rillig, hy beeft, het hert klopt hem, hy is dorstig, onlustig, daar is nog geest nog moed in hem, alle functien slapbakken en vertragen, neque pes, neque manus suum officium faciunt, gelijk Terentius segt. Wat sijn dit dan anders, dan uitbroeysels van een verdikt bloed, en vertraagden omloop? Voor my, ik houde tot noch toe mijn gedachten staande, tot dat het my van een verstandig Man wederlyd werd.
| |
§. II.Dewijl ik dan mijne Medicamenten na dit fondament reguleer, soo is 't dat ik dan al weder met haar Theé ga drinken; maar het Theé-drinken moet op zekere tijd van de koors ge- | |
[pagina 34]
| |
schieden, want het Theé drinken wel altyd goed is, maar niet altyd even profitabel. Wanneer men dan de koors heeft, oft eenige reisen gehad heeft, kend men de vrye tyd, en wanneer dat deselve een nieuwe paroxysmus krygt: de Thee zal dan in dese gelegentheid best gedronken zijn, eer dat men de koude van de koors gevoeld; en dat om dese reden: namelijk dat men het bloed, 't welk nog niet geheelelijk gestolt is, door dit warme Theé-water, vloeybaar houd, zoo dat de paroxysmus ofte verheffing voor die tyd opgeschort werd: Want alle warmte, en dat is zeker, brengt een beweginge in ons bloed, en alle de sappen belet werden niet te stollen, en bygevolg belet men dat het bloed niet koud kan werden.
| |
§. III.Maar 't is nog niet evenveel dat men simpelijk Theé drinkt, een kopjen drie vier of ses, gelijk vele luiden doen, neen, men moet zoo veel drinken, dat men aan het sweeten geraakt, en wanneer men aan het sweeten is, moet men een goed Sudoriferum Antifebrile gebruiken, en gaan daar op sweeten: indien het nu gebeurde dat men vrees had, dat men de koors daar na mogt wederom krygen, soo gebruikt onderwylen een goed Sal Volatile, en drinkt dikwyls Theé-water, voornamelijk | |
[pagina 35]
| |
op die tyd, wanneer men de koors mogt verwagten, en dusdanig zulje de selve overwinnen.
| |
§. IV.Selfs in koorsen, die men continuele noemt, in welke men van hitte schynt te branden, en men gemeenlijk suure Juleppen met heele emmers de sieken te suipen geeft; in dese koorsen, seg ik, is'er ter waereld geen beter drank dan onse Theé heet gedronken, tot men aan het sweten geraakt, door dese occasie sal alle brand, en alle hitte, dorst enz. geblust en getempert werden; alle hooft-pijn zal overgaan, de sprouw afvallen, en alle heftige toevallen verdwijnen, het zy dan ook wat koorsen het zijn, en wat Symptomata zy by haar hebben, soo is de Theé, dat excelente kruid, haar genesinge: want de sieken zullen aanstonds beternis gevoelen, ja binnen weynig dagen fris en gesond zijn, daarse anders lang talmen door purgeren, aderlaten, Juleppen, Mors-dranken en soo voorts, waar door de sieken vermorst, en van kragten berooft werden: en soo se niet in 't graf geraken, hebben zy heele jaren lang werk, eerse regt gesond zyn, want se behouden veeltyds een water-sugt, geel-sugt, derdendaagse-koors, quyning, langduirige scheur-buik en diergelijke hondert toevallen meer, die men | |
[pagina 36]
| |
alleen door Theé te drinken had konnen ontgaan, zoo verre is dan de Authoriteit onser Mannen ingekropen, dat de Genees-konst, een Moort-konst is geworden, en wel te regt van sommige veragt, gelijk ook
| |
§. IV.Dien grooten Hippocrates ten zijnen tijde al beklaagt heeft, alwaar hy in 't begin van zijn Wet segt. Medicina omnium Artium praeclarissima est. Verum propter ignorantiam eorum, qui eam exercent, & ob vulgi ruditatem, quod tales pro Medicis, judicat & habet, jam eo res devenit, ut omnium artium longe vilissima censeatur. Dat is: De Medicyne is een van de alderdoorlugtigste Konsten. Maar om dat 'er menigte Ezels op d'Academyen gepromoveert werden, die in de Konst onervaren zyn, en evenwel, om het soet gewin, haar voor ervare en wyse Doctoren uitgeven; en dewyl het gemeene onkundige Volk, door een soet praatjen misleid werd, werden sy bedrogen, niet konnende van haar oordeelen, dewylse met een groote stoet aankomen, met Karas, te Paart, te voet, met een welgeschoren baart, felpe Mantel, waar door onse Borgers bedrogen en misleid werden, siende meer op d'uiterlijke pompe, dan op het Verstant dat den Doctor heeft. Soo is 't dan met de Konst soo ver- | |
[pagina 37]
| |
re gekomen, datse by veelen, d' aldergeringste van alle schynt te zyn. Dit is dan den eigen en regten sin van dien Hippocrates, die ten zynen tijden het verval in de Medicyne voorsag, en alreeds was ingewikkelt, klagende over die Doctoren, welke den tragediant voor het sieke bed speelden, doende onder een fraaye schyn van loopjes te vertellen, en exempelen by te brengen, diese verdigten en versieren, niet anders dan eerlijke Doctoren, (die regt door Zee gaan, en niets ontsien te doen, dat ten dienste van yder patient is) dan schandeliseren; seggende onder een glimp van waarheid, hy heeft die, en die, en die, omgebragt, en hadder een ander oud Doctor over gepractiseert, de Man had beholden geweest: de Man is versuymt, hy is niet gelaten, men gaf hem te heete dingen en diergelijke straatloopjes meer, die men agter mijn rug, en alle die de waarheid beminnen, gepraat heeft. Maar ik adresseer my weder tot Hippocrates lessen, alwaar hy voortgaat te seggen: Datse de Figuur, het Kleed, het Momaansigt van een deftig Medicyn vertoonen, maar niet te min valsche Doctoren zyn: en daarom, gaat hy verder, synder veel Doctoren (NAAM-DOCTOREN) door faam en naam, en als het ter zaak komt, is' er onder hondert nauwlyk een verstandige te vinden. | |
[pagina 38]
| |
Men kan op onse hedensdaagse Doctoren, die ik soo dikmaals NAAM-DOCTOREN genoemt heb, niet beter passen, wylse altijd by de Oudheid sweren, en voor het gesag der Oude, liever soude willen sterven, dan met de Jonge wijs zyn: hier werden dese Mannen door de Oude gedood, latense den text insien, en bespiegelen sig daar aan.
|
|