Gebruik en Mis-bruik van de Thee
(1686)–Steven Blankaart, Cornelis Bontekoe– AuteursrechtvrijMitsgaders een Verhandelinge wegens de Deugden en Kragten van de Tabak. Hier nevens een Verhandelinge van de Coffee, Met des zelfs krachten in gezonde, en ongezonde
[pagina 1]
| |
§ 1.ALhoewel het Aardrijk in alle oorden vol is van allerlei Boom- en kruid-gewassen, soo is de Theé, Coffeé, Tabak en diergelijke, onder de beste te rekenen, die men in de Waereld soude konnen hebben, en van dese zijnder geen gesonder, noch aangenamer als het excelente kruid Theé, by de Chinesen en Japonesen seer bekend, en gelieft, alsook by de Tartaren. | |
[pagina 2]
| |
§ II.Dit kruid of liever Heester werd by de Chinesen Theé genoemd, en by die van Japan Cha oft Tcha. De Tartaren hieten het Tai oft Tzai. Dit Boomtjen is van groote als onse Aalbesse-boomtjes, want se is een struyk oft Heester. Hare rijsjes oft takjes zijn, na proportie matig dik, wit van bast soo ik mein. De bladeren zijn vry donker-groen, langwerpig, voor spits, en rondom gekerft, van het steeltjen af, tot na de punt toe loopt een senuw, die dan verscheyde senuwtjes na de syden uitschiet, gelijk in de meeste bladen gesien werd. Het blad gelijkend seer wel in figuur na seker Heester, die by de Herbariste Spirea van Theoprastus genoemt werd, maar de Theé is veel groender. Het blad is ook effen en niet wolagtig, gelijk sommige bladen.
| |
§ III.De smaak nu is by na van een yder bekend, voornamelijk in Holland, alwaar alle Heeren en Dames in den Haag, en alle andere brave Steden, dagelijks eens of tweemaals daags Theé drinken. De smaak dan is in 't begin dat men se kauwt, wat samen-trekkende, het welke ons, even als de Cachou, een liefelijke soete smaak nalaat. Na den Landaard, gelijk als by ons de vrugten, alsoo is | |
[pagina 3]
| |
de Theé van een verscheide geur, reuk, en smaak: sommige smaakt na Jasmyn, welke geur door konst kan gemaakt werden: andere heeft een Seepagtige smaak. De derde, smaakt even als Brood, het welke met een mes gesneden is, daar men Haring mede gesneden heeft. Een vierde, smaakt als vuil smeer, met een woord smullig. Een vyfde is wat samen-trekkende, sonder merkelijke aangenaamheyd, maar geeft ook ten lesten een soetigheyd in de mond. De laatste nu en slegste, is alleen samen-trekkende, sonder merkelijke soetigheyd in de mond na te laten, en die is slegt, en grof van bladen. En daarom gevense mede een verscheyde tinctuur; d'een is geheel blank en groenachtig van koleur, een andere is heel bruyn en swart-geel van aansien. De blankste tinctuur dan, en die een seepagtige smaak heeft, heb ik altijd voor de beste gehouden, om datse meerder afdryft.
| |
§ IV.De Theé die wy hier te Lande krygen, is gemeenlijk op tweederley wyse gedroogt; want de Japonesen hare Theé geheel anders bereiden als de Chinesen. De wyse dan van de Chinesen is, dat se die blaadjens een voor een, om de takjes van het Boomtjen niet te beledigen, afplukken, en in een korfjen vergaderen, die se t' huis brengen en in een heet | |
[pagina 4]
| |
gemaakte pan werpen, de selve roeren, en alsoo doen verwelken, dan smyten zy die uit op fijne matjens, en se vryven dese blaadjes in een; daar na doen se die weder in haar pan, en droogen zy weder wat, dan smyten zy die weder uit op matjes, en se vryven die wederom in een, daar na weder in de pan, tot se geheel droog is, verscheide malen repeterende: eindlijk doen zy die in tinne kanassers oft blikke bossen, en bewaren die voor de logt, want de logt, vervult de Theé met water en zuur, en de Theé krygt niet alleen een swarte tinctuur, maar een onaangename smaak; en om zulx te verhoeden leggen wy een stuk Houts-kool boven in de mond van de fles, in welke, dewyl se uit een Alcali bestaat, al het zuur en water in sich neemt, en de Theé daar af bevryd werd. Nu de andere manier van bereiden is die der Japanders, welke de bladen wel plukken, maar droogen die tusschen papieren, gelijk my van een Oostindie vaardig, dat een groot Koopman was, en lang op Japan gewoont had, verhaalt is. En dit is de reden waarom de Japanse Theé soo seer niet in een gerolt is, gelijk als die der Chinesen. De Tartaren, geloof ik dat mede de Theé op de Chineesse methode prepareren, want die gene, welke uit Tartarien in Muscovien gebragt werd, en van daar hier ter plaatse, is de Chinesen seer gelijk van in een rolling, maar valt | |
[pagina 5]
| |
seer slegt, dewijl se op karren in leere zakjes overkomt. Het schynt dat se met dese slegte Theé alleenig verven.
| |
§ V.De Theé werd tegen het midden van Februarius of het begin van Maart door saeyen voortgeset, waar na zy binnen de tijd van drie jaren volkome boomtjes hebben. Het saad is verscheyden van figuur. In 't begin is het groen, gelijk meest alle zaden van ons territoir, maar na dat het gedroogt is, werd het veel bruynder van koleur, en wat ruig. Hare gedaante dan is somtijds rond, of gelijk twee ronde bolletjes aan malkander geset, of ook wel in dryen gedeyld, na dat 'er een, twee, of drie zaden in een huisjen gesloten zijn. Het zaad van binnen, is somtijds wel aan de eene zyde plat, en veeltijds driekantig, met een glad rood gepolijst vliesjen bekleed: maar op die plaats, alwaar de korrel aan zijn schelp vast is, aldaar heeft het dit vliesjen niet. De korrel zelfs is van binnen wit. Dit zaad, laten zy niet uit haar land voeren, en daarom, wanneer zy het aan een vreemd verkopen, doense het eerst in heet water dat nog kokend is, op dat andere Natien het niet souden konnen saeyen. Dese zaden werden uit bloemtjes voortgebragt die uit den bleyk-gelen sien, en | |
[pagina 6]
| |
uit vyf of ses blaadjes bestaan, van binnen met verscheide blaadjes bezet.
| |
§ VI.De bereydinge van dese drank is by verscheide Natien ook van een diversche methode, want sommige, voornamelijk de Chinesen, als ook onse Hollandse Natie, doen in zekere daar toe gefabrykte roode porceleine potjes, een quantiteit van Theé, op welke sy siedend heet water gieten, en laten daar de tinctuur uit trekken. Dit Potjen dan heeft, als een yder bekent is, een tuitjen waar door men dese tinctuir in kopjes giet. Nu is hier nog een onderscheid, want sommige gieten eerst het ziedend water in de kopjes, en gieten daar boven over de Tinctuur ofte extract; andere gieten eerst het extract in de kopjes, en dan daar het water over: dese methoden zijn beide niet te verwerpen, maar d' eerste keur ik voor de beste, om dat de Theé daar door blanker blyft, want als men het extract eerst in de kopjes giet, werd het onderwylen door de logt swart, en dan heeft men een donkerder koleur van Theé; en dat zulks waarachtig is, blykt hier uit, dat als men maar een kopjen Theé wat laat staan, en het besiet by een dat vers geschonken is, sal het verse veel helderder van koleur sig vertoonen. Die van Japan pulveriseren hare Theé tot poeder, het welke | |
[pagina 7]
| |
zy in 't heete water smijten, en soo het geheele poeder met het water te gelijk opslurpen: de Tartaren, drinken die met soetemelk, en een weinig zouts: maar van alle die preparatien is de Chineesse de beste, ten ware men die met melk dronk sonder zout, want die is met eenen voedsaam.
| |
§ VII.Dit is dan nu een dagelijkse drank voor dese Heidense natie, die van des zelfs deugt en kragt niet genoegsaam weten te spreken. Hier toe hebben zy een expres oventjen gemaakt, daar se de geheele dag Theé in warm houden om te drinken: en op dat het mengen van de Theé ordentelijk soude toegaan, houden zy daar expres eenige Slaven toe, die niet anders doen dan op de Theé te passen, te prepareren en te schenken. De Japanders hebben, in haar huis tot een pronk-cieraad, sekere molen van alabaster, oft andere kostelijke steen oft metaal gemaakt, in welke zy haar Theé tot een fijn poeder vermalen en in stukken breken. Dit zy dan genoeg van de Theé, laat ons eens wat verder gaan, en sien wat de Theé in 't menschen lighaam uitwerkt, en voornamelijk hare krachten in allerley ziekten des lighaams, gelijk we in 't vervolg breeder sullen zien. |
|