Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reijse
(1915)–Willem Ysbrantsz. Bontekoe– Auteursrecht onbekend
[pagina 20]
| |
Klinck-dicht.Op de wonderlijcke Reyse van W.Y.B.Nieusgierigh volck, dat stof soeckt tot verwonderingh,
Waer toe te rugh gesien wat in voorleden jaren
Wtheemschen is gebeurt of vreemts is wedervaren!
Ziet hier hoe Bontekoe beschrijft hoe zonderlingh
Dat Godt hem heeft bewaert en in zijn hoede nam,
Toen 't scheen of 't water haerGa naar voetnoot1) al t' zamen zoud' vernielen;
Hoe wonderlijck, toen 't schip met meer als hondert zielen
Door 't vuur aen stucken sprongh, hy 't ongeval ontquam.
Hoe dat hy, met de boot, geberght wordt; hoe sy swerven
Alleen op Godts gena en 's levens noodtdruft derven;
Hoe Godts almogentheydt de visschen uyt de zee
Doet springhen in de boot, en vogels in haer handen
Doet vliegen; hoe dat sy by moordenaren landen
En hoe, nae veel gevaer, hy komt op Hoorens-Reê.
A.P.
|
|